Kunstenaars
Architectuur
Boeken
Fotografie
Letters
Schilderijen
Bomen
Religie
Thema's
China
Japan
Rusland
|
HEDENDAAGSE
ARCHITECTUUR, inleiding -
NIJO -
TRADITIONELE
ARCHITECTUUR, inleiding -
Traditionele architectuur
De
Japanse architectuur wordt door verschillende factoren beïnvloed. De
voornaamste zijn de natuur, de godsdienst en de invloed vanuit China.
Omdat de Japanners zichzelf zien als een onderdeel van de natuur, worden
hun woningen ingebed in een natuurlijke omgeving. Japanners proberen in
harmonie met de natuur te leven.
Het traditionele Japanse huis staat op lage stutten, die soms op een
fundering rusten. De muren bestaan uit een bamboeframe tussen dragende
pilaren en zijn bedekt met leem. Vervolgens worden ze gepleisterd en aan
de buitenzijde vaak gewit, terwijl ze aan de binnenzijde worden
afgewerkt met een laagje papierpulp. De huizen zijn vaak licht en
luchtig en staan niet alleen in een natuurlijke omgeving, maar zijn ook
ontworpen om contact te houden met de natuur.
De vorm van de daken verschilt, afhankelijk van de ouderdom en de plek.
Ze kunnen steil zijn om te voorkomen dat er sneeuw op blijft liggen, of
wijd en overhangend om voor veel schaduw te zorgen.
Wie voor de eerste keer een Japans woonhuis binnengaat, zal direct al
verrast worden door de totaal andere uitstraling dan die van een huis in
ons eigen land.
In de hal staat bijvoorbeeld een rij schoenen.
Schoenen kunnen namelijk de tatami (rieten matten) beschadigen,
die op de vloer liggen. Daarom draagt men binnenshuis geen schoenen,
maar Japanse slippers.
Een traditioneel ingericht huis zal over fusuma beschikken,
schuifwanden die uit een houten frame en dik papier bestaan. Voor de
ramen zie je vaak een houten traliewerk, bedekt met wit papier.
De Japanse architectuur is gebaseerd op hout. Het zuiver Chinese ontwerp
voor boeddhistische tempels vormde de basis voor de religieuze
architectuur in Japan. Enkele van de oudste en meest heilige
shinto-schrijnen, zoals die in Ise en Izumo, dateren van vóór het
Chinese model en grijpen terug op prehistorische voorbeelden.
Het heiligdom Ise Jingu is gemodelleerd naar een oude graanschuur.
Oudere heiligdommen zoals dit hebben rieten daken, met daksparren die
als gekruiste vingers tegen de nokbalk zijn aangebracht.
Andere schrijnen, zoals op de foto hierboven (in Izumo) zijn een
imitatie van een oud huis van een dorpshoofd. Let op de merkwaardige
gekruiste balken, die boven het dak uit steken.
Vanaf het begin van de 16de eeuw werden de koppen van de zuilen en
steunbalken soms bewerkt en afgezet met bladgoud.
De meeste schrijnen en alle tempels staan op een stenen verhoging. Ze
hebben gebogen daken, bedekt met dakpannen of brons. Veel
tempelcomplexen hebben een pagode met vijf verdiepingen, zoals we die
ook in China kennen. De vijf verdiepingen hebben te maken met de vijf
elementen, te weten aarde, water, vuur, lucht en wind.
Ook de meeste kastelen hebben, ongeacht het aantal verdiepingen binnen,
vijf daklagen. En zoals de meeste Japanse houten gebouwen, zijn ook deze
gecompliceerde bouwwerken veelal geconstrueerd zonder gebruik te maken
van spijkers.
Takamatsu, Kagawa Prefectural Government Hall (1958)
* * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * *
TOP * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het
Nijo-paleis in Kyoto
Kyoto is in 794 geticht
als Heian-kyo (‘hoofdstad van vrede en rust’) en gemodelleerd naar de
Chinese stad Chang’an, het huidige Xi’an. De stad wordt aan drie zijden
omgeven door bergen en gedeeld door een rivier die van noord naar zuid
stroomt. Volgens de waarzeggers van keizer Kanmu waren dat ideale
omstandigheden om een hoofdstad aan te leggen.
De cultuur van Kyoto werd een mengelmoes van allerlei invloeden, met als
belangrijkste die van het keizerlijk hof en de adel.
In de Edo-periode (1600-1868) werd Edo, het huidige Tokyo, steeds
machtiger en ten slotte verloor Kyoto in 1868 zijn status als hoofdstad.
In 1603 koos shogun Ieyasu Tokugawa deze stad tot residentie en hij liet
hier het Nijo-jo bouwen.
Zijn definitieve vormgeving kreeg het complex echter pas van de derde
shogun, Iemitsu, die in het jaar 1626 op deze plek keizer Gomizunoo
ontving. De latere shoguns bezochten het paleis niet meer;
blikseminslagen en branden vernielden grote delen van het complex. Pas
aan het eind van het Tokugawatijdperk keerde er iets van de vroegere
glorie terug. En dat op het tijdstip, waarop de 15de shogun, Tokugawa
Yoshinobu (1837-1913) hier aftrad, ten gunste van keizer Meiji.
Kasteel Nijō is omgeven door muren en grachten. Het heeft daardoor meer
weg van een fort dan van een kasteel of paleis, zoals het ook wel wordt
genoemd.
Men betreedt het paleiscomplex door de oostelijke grote poort en komt
vervolgens via de buitengewoon mooie Chinese poort bij het
Ninomarupaleis.
De ingang naar het Tozamurai moet een deel van de verblijfplaats van
Hideyoshi geweest zijn. (Hideyoshi had graag shogun willen worden, maar
was van te geringe afkomst en moest daarom genoegen nemen met de titel
‘regent’.) In het Tozamurai-complex , het grootste onderdeel van het
Ninomarupaleis, hielden zich de daimyo en hun vazallen op. De luipaarden
en tijgers in de aangrenzende vertrekken stonden symbool voor de
dapperheid en kracht van de vazallen, de bamboe voor hun oprechtheid en
rechtschapenheid.
Toyotomi Hideyoshi
Het kasteel bestaat uit
zes met elkaar verbonden delen, met 33 kamers en meer dan 800
tatami-matten:
- de Tozamurai, verblijfplaats van de samoerai
- de Shikidai, een werkruimte voor belangrijke dienaars
- De Ohiroma Ichi-no-ma. Dit is een grote zaal, die door de shogun werd
gebruikt om verschillende daimyo te ontmoeten. Deze daimyo waren de baas
in grote delen van het land en enkel verantwoording verschuldigd aan de
shogun
- de Sotetsu-no-ma. Dit is een verbindende gang met houten vloer. De
vloeren in Nijo zijn zogenaamde nachtegaalvloeren. Deze zijn ontworpen
om een soort vogelgeluiden voort te brengen als er op werd gelopen.
Hierdoor was het onmogelijk het gebouw binnen te dringen zonder dat je
gehoord werd.
- Kuro-Shoin, de Zwarte Ontvangstkamer, de persoonlijke audiëntiezaal
van de shogun
- Shiro-Shoin, de Witte Zitkamer, de privéverblijven van de shogun, zijn
woonvertrekken.
Naast de beschermende nachtegaalvloeren waren er ook speciale plaatsen
waar de lijfwacht van de shogun zich verborg om bij eventuele aanvallen
onmiddellijk te kunnen ingrijpen.
Vrijwel het gehele complex is gebouwd van cipres, en rijk gedecoreerd.
De poorten tonen prachtig houtsnijwerk. Ieyasu’s kleinzoon Iemitsu
ontbood de beste schilders van de Kanoschool om de ontvangsthallen te
beschilderen, ter voorbereiding op een bezoek van de keizer. De
schuifwanden van de vertrekken zijn versierd met phoenixen, kraanvogels,
bomen en kersenbloesem en pioenrozen.
Ook de Paleistuin is zeer de moeite waard. Deze is beroemd vanwege de
vele prachtige rotsen. Tussen de gazons loopt een gebogen pad, dat o.a.
naar een verhoging leidt. Een terras om de maan te bezichtigen, maar met
eveneens een prachtig uitzicht over Kyoto.
Meer foto's op de
Engelse sectie:
http://www.cedargallery.nl/engjapan_architecture.htm
* * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * *
TOP * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Hedendaagse architectuur
Zowel in kwaliteit als in diversiteit doet de hedendaagse architectuur
van Japan niet onder voor andere vooraanstaande architectuur in de
wereld.
Als een van de belangrijkste architecten van na de Tweede Wereldoorlog
kan Kenzo Tange worden aangemerkt. Tange won in 1987 de
prestigieuze Pritzker Prize. Hij is o.a. de ontwerper van het beroemde
Hiroshima Vredesmonument, dat het episch centrum van de eerste atoombom
markeert. Hij is echter het meest beroemd geworden door 'de prefectuur'
van Kagawa. Hierin gebruikte hij elementen uit de Heian-tijd, evenals
elementen uit de zg. Internationale Stijl. Het gebouw heeft een
historisch karakter en verwijzingen naar zowel boeddhistische als
shintoïstische prototypen en toch vestigde
Tange hiermee een naam als een van de
belangrijkste Japanse architecten van na WOII.
Het Metabolisme kreeg in het begin van de jaren zestig gestalte, als
reactie op de Japanse bevolkingsexplosie aan het eind van de jaren
vijftig. Gebouwen en steden werden vergeleken met cycli van verandering
en vernieuwing en destructie van organisch weefsel. Dit doet denken aan
de boeddhistische visie van de veranderende wereld. Verandering of 'kawaru'.
Dit fenomeen zie je o.a. in bepaalde schrijnen of heiligdommen, die na
twintig jaar worden afgebroken en vernieuwd.
Uit principe bouwen de Japanners hun gebouwen en steden in feite niet
voor de eeuwigheid. Dit uitgangspunt leidt tot een soort relaxte,
typisch Japanse houding met betrekking tot bouwsels. Een dergelijke
opvatting in combinatie met het verdwijnen van de vroegere Japanse
steden tijdens de oorlog, heeft Japan uiteindelijk tot een uniek terrein
voor architectonische experimenten gemaakt.
Het Matabolisme was (eveneens) geen
lang leven beschoren, rond 1970 verdween deze stroming.
Een economische hausse was verantwoordelijk voor een enorme golf van
nieuwe gebouwen. Het hielp de avant-gardistische architecten aan veel
opdrachten. Dit geldt niet enkel voor commerciële gebouwen en kantoren,
maar ook voor openbare gebouwen.
De 'hausse' had daarnaast nog een effect. Nadat Japan eeuwenlang
afgesloten was geweest voor buitenlandse invloeden, kregen nu ook veel
buitenlandse architecten de mogelijkheid om hun ontwerp in Japan uit te
voeren. Dit was tien jaar daarvoor nog ondenkbaar.
De Italiaanse architect Renzo Piano ontwierp bijvoorbeeld Kansai
International Airport. Een project om even bij stil te staan. Dit
moest namelijk een groot vliegveld worden, in de buurt van Kobe en Osaka.
Aangezien het bestaande vliegveld geen uitbreiding toeliet, werd er
besloten om er een nieuwe locatie voor te construeren, namelijk in zee.
Het voorstel was om een kunstmatig eiland, van 4 km (2.5 mi) lang en 2.5
km (1.6 mi) breed aan te leggen. De ingenieurs moesten de uitermate hoge
risico's van aardbevingen en typhoons (met golven van soms 3 m. hoog)
het hoofd zien te bieden.
De bouw is in 1987 begonnen. De zeewering was in 1989 klaar (gemaakt van
rots en 48.000 betonblokken). 10.000 arbeiders zorgden ervoor, dat er
drie jaar later een kunstmatig eiland was aangelegd. In 1990 werd een
drie kilometer lange brug voltooid om het eiland met het vasteland te
verbinden.
Er was voorspeld dat het eiland geleidelijk aan enkele meters zou dalen,
omdat het gewicht van het gebruikte materiaal zo enorm zwaar was. De
voorspelling kwam niet uit... Het eiland daalde namelijk veel meer dan
voorspeld! Hierdoor werd het een peperduur project. Twintig jaar
planning en drie jaar bouw eisten vele miljarden dollars. De kennis die
men opdeed waren echter van groot nut bij de aanleg van andere
vliegvelden.
In 1991 werd er begonnen met de bouw van de terminal. Om het dalen van
het eiland te compenseren, werden regelbare (verstelbare) pilaren
ontworpen om het terminalgebouw te steunen. Deze zouden kunnen worden
verlengd door dikke metaalplaten bij de basis van deze pilaren tussen te
voegen. Ambtenaren van de overheid stelden voor om de lengte van de
terminal te verkleinen om zo de kosten binnen de perken te houden, maar
de architect Renzo Piano stond er op dat de terminal de volledige
geplande lengte zou krijgen. De luchthaven werd in 1994 geopend.
Op 17 januari 1995 werd Japan opgeschrikt door een hevige aardbeving in
Kobe. Het epicentrum bevond zich op ca. 20 km afstand van het vliegveld.
Meer dan 6000 mensen verloren hierbij het leven. De luchthaven was
echter onbeschadigd, dankzij de toegepaste techniek. Zelfs het glas in
de ruiten was intact gebleven.
Later, in 1998, doorstond de luchthaven een typhoon met windsnelheden
van zelfs 200 km/h.
Tot zover dit bijzondere
project van Renzo
Piano.
Een ander ontwerp, dat in deze tijd door een buitenlander werd
gerealiseerd, was het Tokyo Forum van Rafael Vignoli.
Onder het toeziend oog van Isozaki ontwierpen acht internationaal
erkende architecten, onder wie Rem Koolhaas, Christian de Portzamparc en
Oscar Tusquets, 'Nexus World' in Fukuoka. Westerse woningbouw voor
Japan.
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw is er een internationale
doorbraak geweest. Er werd een nieuwe koers ingezet door de zogenaamde 'New
Wave'.
Bijzonder aan deze architectuurbeweging is, dat ze gevormd werd door
architecten van twee verschillende generaties; enerzijds waren er de
architecten van de oudere generatie die uit het Metabolisme waren
gestapt. Voorbeelden hiervan zijn Isozaki, Kurokawa en Shinohara.
Anderzijds was er een generatie architecten, die op zoek was naar nieuwe
woonvormen of een individuele stijl. Architecten die deel uitmaakten van
die jonge generatie waren onder andere
Tadao Ando,
Hiroshi Hara en
Toyo Ito. Kenmerkend voor hun
architectuur is de voortdurende spanning tussen traditie en vernieuwing.
-wordt vervolgd-
* * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * *
TOP * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * *
<
vorige
|