Cedar Gallery


Home  |  Cedar info  |   Nieuws   |  Lezingen |  Contact | Engels

 

Kunstenaars

Architectuur

Boeken

Fotografie

Letters

Schilderijen

Bomen

Religie

Thema's

China

Japan

Rusland

 

 

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   

 DIANE ARBUS  -  NAN GOLDIN  -  BORIS KOWADLO           

 

DIANE ARBUS  (New York 1923 - aldaar 1971)

Diane Arbus, kind van welgestelde joodse ouders, werd in New York City geboren als Diane Nemerov. Al snel begon Arbus te schilderen maar ze haatte de geur van de verf en het gekras van het penseel op het canvas.
Op haar achttiende in 1941 huwde ze met Allan Arbus. Rond die periode ontwikkelde ze ook haar interesse voor de fotografie. Samen met haar man maakte ze publiciteitsfoto's voor haar vaders zaak en was ze werkzaam in de reclamewereld.
Tussen 1955 en 1957 studeerde Arbus fotografie bij Lisette Model die haar meteen opmerkte. Model stimuleerde Arbus in het verder uitdiepen van haar persoonlijk werk.
Vanaf dat moment legde Arbus zich toe op het portret. Ze fotografeerde nudisten, travestieten, personen met een mentale handicap, dwergen en reuzen, maar vooral ook 'gewone' mensen. Ze sprak de mensen aan op straat of in het park en maakte ter plaatse een foto of ging met ze mee naar huis.
Arbus schoot heel wat zwart-wit opnamen van 'freaks', zoals zij ze noemde. Identieke tweelingzusjes, een enorme reus met gekromde rug in de huiskamer van zijn ouders, een Mexicaanse dwerg tussen de lakens. Allemaal volgens haar bekende recept: direct en frontaal gefotografeerd. Uiteindelijk bestond haar werk vooral uit foto's van verschoppelingen van de consumptiemaatschappij.
Tegen 1970 was Arbus een internationaal gevierd kunstenaar. Ondanks de geweldige carričre die ze doormaakte pleegde ze zelfmoord in juli 1971. Na haar dood werden haar foto's getoond op de Biënnale van Venetië waar zij als eerste Amerikaanse fotograaf haar land vertegenwoordigde.


NAN GOLDIN

Nan Goldin ( 1953 -  ) is een van de belangrijke fotografen van onze tijd. Ze wordt vaak vergeleken met Diane Arbus (1923-1971) en ze heeft de stijl van een reeks hedendaagse fotografen beďnvloed, zoals die van Nobuyoshi Araki ( 1940 - ..) en Larry Clarke ( 1943 - .. ).
Waar het om draait in haar vroege werk is een documentatie van (haar keuze van) intieme momenten tussen personen uit haar vriendenkring en degenen die ze heeft gekozen als haar plaatsvervangende “familie”, en zelfportretten. Haar vroege stijl volgt de huidige Amerikaanse trend van snelle, spontane foto’s, genomen bij het toevallig aanwezige licht. Haar meer recente, latere werken zijn onpersoonlijker en omvatten landschappen en zeegezichten, evenals kinderen, kinderjaren.
Goldin werd in Washington D.C. geboren en ze groeide op in een Joods gezin uit de gegoede middenklasse in de Boston, Massachusetts voorstad van Lexington. Ze liep van huis weg en werd als tiener door verschillende families opgevoed. Haar zus pleegde op jonge leeftijd zelfmoord. Deze zelfmoord en het weglopen en opgevoed worden door vreemden hebben veel invloed gehad op het leven en werk van Goldin. In 1968 kwam Goldin op vijftienjarige leeftijd in aanraking met de fotografie. Ze ontwikkelde zich in artistieke richting en slaagde aan de Tufts Universiteit in Boston met een bevoegdheid in de beeldende kunst in 1977/78.
Goldin verhuisde na haar afstuderen naar New York en belandde daar in de “post-punk scene”, hetgeen ze ook vastlegde. Verder fotografeerde ze de levendige wereld van de homosexuele en transsexuele subculturen. Ze begon harddrugs te gebruiken, ook toen ze doorging met haar leven en leefstijl vast te leggen. Haar foto’s van deze periode zijn waarschijnlijk het meest beeldend en beroemd, en zeker het meest vermeld. Ze verschenen onder de naam “The Ballad of Sexual Dependency”. De werken die “The Ballad…” vormen geven een persoonlijke reflectie weer op sexuele relaties, huiselijk geweld, drugsmisbruik, zogenaamde alternatieve leefstijlen en sociaal isolement bij mannen. Ze toont haar visie op haar manier van leven, de tijd waarin ze leeft en hoe deze haar en de mensen om haar heen beďnvloedt.
Bovengenoemde serie werd opgevolgd door andere, zoals “I’ll be your mirror (Ik zal je spiegel zijn) en “All by Myself”. Er was kritiek op haar werk, omdat ze heroďnegebruik zou verheerlijken. Dat was echter niet het geval. De meest van Goldin’s onderwerpen waren midden 1990 dood, gestorven aan aids of druggebruik en overdoses.
Deze collecties foto’s gaven de werkelijkheid weer, ze waren geen ontdekking of verheerlijking.
De dood van zoveel van haar onderwerpen markeert de omslag in haar carričre naar haar huidige stijl. In het bijzonder de dood van Dorothy "Cookie" Mueller (1949 - 1989), de actrice, schrijfster en veel gefotografeerd onderwerp van Goldin, die aan aids stierf aan het eind van de tachtiger jaren, had veel invloed. Zoals al eerder gezegd veranderde haar onderwerp richting landschappen, inclusief de skyline van New York, vaak met vrouwenfiguren in water, haar toenmalige geliefde Siobhan, en baby’s, jeugd en gezinsleven.
Goldin wordt veel gevraagd in de huidige kunstwereld en op de kunstmarkt. Ze heeft aan een boekproject gewerkt, “Tokyo Love” met de Japanse fotograaf Nobuyoshi Araki en heeft de verzameling “The Devil’s Playground” uitgegeven, dat geschreven stukken bevat van auteurs als Nick Cave en Leonard Cohen.


Externe links

15 foto's van Nan Goldin: http://www.yvon-lambert.com/index_pr.php?section=art_pr&artist=na_goldin
Interview en foto's:           http://fototapeta.art.pl/2003/ngie.php

 

BORIS KOWADLO (1911-1959),

op negentienjarige leeftijd vanuit Polen naar Amsterdam gevlucht, begon zijn fotocarričre net na de Tweede Wereldoorlog met indrukwekkende foto's van de vervallen Amsterdamse jodenbuurt. De opnames, die gepubliceerd zijn in het boek Het Verdwenen Ghetto, maken duidelijk welke vernietigende uitwerking de Sjoa heeft gehad, en de leegte waarin de overlevenden verder moesten. Het vastleggen van de herinnering aan de verdwenen vooroorlogse wereld bleef ook later een belangrijk aspect in Kowadlo's fotografie.
Vanaf eind jaren veertig volgde Kowadlo als fotojournalist voor het Nieuw Israëlietisch Weekblad en andere joodse bladen het naoorlogse joodse leven in Nederland. Zijn foto's laten een zwaar getroffen, maar tegelijkertijd veerkrachtige gemeenschap zien, die hard werkte aan herstel en het oppakken van het normale leven. Er spreekt optimisme uit, net zoals de wederopbouwfoto's van andere Nederlandse fotografen uit die periode. Deze opnames vormen nu het belangrijkste tijdsdocument van deze moeilijke periode in de naoorlogse joodse geschiedenis.
Kowadlo werd ook bekend buiten de joodse wereld. De reisreportages die hij maakte in Israël werden in 1958 gepubliceerd in de veelverkochte Contact-Foto-Pocket Dit is Israël. Deze foto's getuigen behalve van zijn grote fotografische talent en vakmanschap ook van geloof in een nieuwe toekomst. Het Stedelijk Museum in Amsterdam kocht in 1958 een aantal van deze foto's aan.
Boris Kowadlo raakte na zijn vroegtijdige dood in 1959 in de vergetelheid bij het grote publiek. Zijn werk kwam terecht bij meerdere musea en archieven.


Jongensportret, Israël