Cedar Gallery


Home  |  Cedar info  |   Nieuws   |  Lezingen |  Contact | Engels

 

Kunstenaars

Architectuur

Boeken

Fotografie

Letters

Schilderijen

Bomen

Religie

Thema's

China

Japan

Rusland

 

 

 

RELIGIE  en  spiritualiteit


Mongolië, Erdene Zuu

 

"Kunst en religie zijn geen twee dingen, maar eerder de voor- en de achterkant van een zelfde stof."
Alain (1868-1951), Frans filosoof en essayist.

Onderwerpen

Actualiteiten
Activiteiten op het terrein van religie en spiritualiteit
Bijbel
Blog
Boeddhisme
Hindoeïsme
Indeling in godsdiensten
Publicaties, literatuur
Rede en religie onderweg
Wat is religie
Zen
 

 

Wat is religie?

Bij Romeinse auteurs treft men de volgende etymologieën van het woord 'religio' aan.
Cicero leidt het woord af van relegere (herlezen, overdoen, nauwgezet in acht nemen) en typeert daarmee het begrip religie als het voortdurend en ijverig in acht nemen van alles wat op de verering van de goden betrekking heeft (vergelijk De natura deorum II, 28 en De inventione II, 22 en 53).
Lactantius verklaart religie uit religare (opnieuw binden, goed binden) en verstaat onder religie de band (liga) tussen God en de mens (Divinae Institutiones IV, 28).
Aulus Gellius leidt het begrip af van relinquere (achterlaten) en geeft daarmee aan dat alles wat tot de religie behoort van het profane is afgezonderd (Noctes Atticae IV, 9).
Augustinus brengt het woord in verband met re-eligere (opnieuw verkiezen): in de religie kiest de mens God, die hij door de zonde had verloren, weer als bron van zijn zaligheid (De civitate Dei X, 4).
De moderne taalwetenschap leidt 'religio' af van een (niet overgeleverd) werkwoord 'religere', dat zoiets als 'verplichten' moet hebben betekend. Dat is ook in overeenstemming met de oudst vastgestelde betekenis van 'religio': (het naleven van een) religieuze plicht.
Onder religie wordt meestal één van de vele vormen van zingeving, of het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, verstaan, waarbij meestal een hogere macht of opperwezen centraal staat. In bredere zin duidt het woord 'religie' op een meer algemene vorm van spiritualiteit, gevoelens, gedachten met betrekking tot de zin van het leven in relatie tot óf een macht, of manifestaties van een macht óf een (bewust) niet nader gedefinieerd beginsel, essentie of entiteit. Het gaat daarom dus niet per se om een identiteit, een persoon.

Wat is religie?

Het woord wordt gebruikt in verschillende betekenissen:
0 als aanduiding van een bepaald complex van menselijke geestesverschijnselen naast wetenschap, kunst, enz.
0 als aanduiding van één bepaalde vorm van religieus leven, bijvoorbeeld het christendom of de islam
0 als aanduiding van de innerlijke gemoedsgesteldheid van de enkeling, dus in de zin van de vroomheid.
Religie kent rituelen, zoals preek, gebed of meditatie.
Religie wordt gevat in verhalen, zoals scheppingsmythen, verhalen over heiligen, of over stichters van een religie.
Religie heeft een morele en een sociale dimensie. Religie reikt ons gedragsregels aan en bindt mensen of verwijdert ze van elkaar.
Religie is een belangrijke factor in de kunst en architectuur. Overal treffen we tempels, moskeeën en kerken aan, of kunstwerken zoals iconen en afbeeldingen van heiligen.

Wat is religie?

"Religie is de honger van de ziel naar het onmogelijke, het onbereikbare, het onvoorstelbare..."
Friedrich Schleiermacher (1768-1834), Duits theoloog en filosoof

"Religie is de zucht van het onderdrukte wezen, het hart van een harteloze wereld, en de ziel van zielloze omstandigheden. Het is de opium van het volk."
Karl Marx 1818-1883

Volgens Freud (1856-1939), psychiater, biedt religie de mens illusies, verfijnde fantasieën om in te geloven en mee door het leven te gaan. Het meest bekende religieuze verhaal over God als beschermende vader komt volgens Freud voort uit de kindertijd. In deze periode moet het kind de afgunst jegens zijn vader in de concurrentiestrijd om de moeder opzijzetten, om bescherming van hem te krijgen tegen de boze buitenwereld. Dit verlangen naar bescherming motiveert volgens Freud ook het verlangen van volwassenen naar een vaderlijke god, die wegens zijn almachtigheid een betere bescherming zou bieden dan de menselijke vader. De kracht van religie kan dan ook worden verklaard uit het intense verlangen naar bescherming.
Volgens Karen Armstrong (1944), auteur, heeft de hedendaagse westerse mens een verwrongen beeld van religie. Godsdienst wordt gezien als het geloof in dogmatische leerstellingen die zich niet verdragen met een wetenschappelijk wereldbeeld. Maar wie de religieuze bronnen bestudeert, krijgt een heel ander beeld. Confucius, Boeddha, Jezus en Mohammed waren geen theologische scherpslijpers. Zij streefden veeleer naar een praktisch doel. Hun volgelingen moesten hun egoïsme overwinnen en compassie tonen tegenover de medemens.

Bovenstaand overzicht geeft aan dat een perfecte definitie van religie niet mogelijk is. Religie zal voor iedereen wat anders betekenen. Voor de christen is het de weg naar het koninkrijk Gods, voor de boeddhist een manier om goed te leven en het Nirwana te bereiken, de atheïst ziet in religie niets meer dan een georganiseerd bijgeloof en voor de filosoof is religie een vorm van zingeving aan het leven.
Vrijwel alle religies appelleren aan een moreel besef en bieden een eschatologisch (eind/dood) perspectief. Via de religieuze instellingen kunnen religies in relatief korte tijd grote groepen mobiliseren voor een idee of initiatief.

Ieder verbindt het begrip "religie" met zijn of haar concrete voorstelling. Wie geboren is in een West-Europees land, associeert voor een groot deel religie met de religieuze gebruiken en gebouwen die in dit land gewoon waren, dus vaak met het christendom. Het is iets wat er altijd al was en wat we als zodanig gewoon vinden. Religie is een deel van onze opvoeding en beschaving, ook al noemen we onszelf niet religieus. We hoeven ons van deze werkelijkheid uit onze geschiedenis en omgeving niet meer aan te trekken dan van bijvoorbeeld de rivieren, bossen of steden die eveneens onze omgeving vormen. We kunnen religie beschouwen als een overlevering, als een mythisch verhaal, en de uitingen als een vorm van kunst of architectuur.
Bij het begrip religie moeten we onderscheid maken tussen datgene wat geloofd wordt en de vorm waarin dit geloof zich openbaart. Dat wat gelooft wordt, stamt uit overleveringen, de cultus bestaat uit handelingen. De overleveringen kunnen zich ontwikkelen tot een wetenschap, de theologie. De handelingen leiden tot geloofsgemeenschappen, in het westen bijvoorbeeld tot de kerk.


          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----
 

Indeling in godsdiensten

Als we verschillende godsdiensten met elkaar vergelijken, dan ontdekken we naast overeenkomsten ook fundamentele verschillen. We treffen religies aan die geen of slechts één godheid kennen, maar ook religies met meerdere goden. Sommige religies beperken zich tot een bepaald gebied, andere godsdiensten (en dat worden er steeds meer) breiden zich uit en komen over de hele wereld voor. Zo zijn er meer verschillen te benoemen. Het zou te ver voeren om alle godsdiensten te beschrijven. We beperken ons tot een aantal belangrijke, namelijk het christendom, de islam, het hindoeïsme, het boeddhisme en het taoïsme.
Het christendom en de islam hebben het volgende gemeenschappelijk. Zij geloven in een God die de wereld geschapen heeft met een bepaald doel. God als persoon verschilt van de natuur en Hij richt zich ook niet tot de mens als een tot de natuur behorend wezen. Hij richt zich tot de mens als persoon. De mens moet zich persoonlijk aan God toevertrouwen. De éne God duldt geen andere naast zich, persoonlijk toevertrouwen kan men zich slechts aan één.

"Niemand kan troost vinden bij religie of filosofie, tenzij hij er eerst mee geworsteld heeft."
Aldous Huxley (1894-1963), Engels schrijver


Christendom   bijbel

De Bijbel

De Bijbel is het heilige boek van de christenen. De bijbel is een verzameling overgeleverde geschriften, die samen door diverse kerkgenootschappen en gelovigen gezien worden als het woord van hun god.

Het woord 'bijbel' is afgeleid van het Griekse biblia, het meervoud van biblion, dat diverse betekenissen heeft: papyrus, papier, geschrift, boekrol, boek. Bijbel betekent dus boeken, hetgeen overeenstemt met de onderverdeling van de twee testamenten in boeken, die op hun beurt zijn onderverdeeld in hoofdstukken, welke zijn onderverdeeld in verzen.
Bijv. het boek Genesis, hoofdstuk 22, vers 2:
En Hij zeide: Neem uwen zoon, uwen eenige, dien gij liefhebt, Isaäk, en ga henen naar het land Moría en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.

De christelijke bijbel bestaat uit twee delen.
Allereerst het Oude Testament, het grootste deel, min of meer overeenkomend met de joodse bijbel (Tenach). Deze werd geschreven over een periode van vele eeuwen, voor het grootste deel in het Hebreeuws met een paar passages in het Aramees.
Het omvat de eerste vijf Bijbelboeken, de Thora, te weten Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium en gaat over de schepping van de wereld tot de dood van Mozes.
De tien geboden staan zowel in Exodus als in Deuteronomium.
Voorbeeld: Exodus, hoofdstuk 20, vers 9 – 17.
9  Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
10  maar de zevende dag is de sabbat des Heeren uw Gods: dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uwe dochter, noch uw dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling die in uwe poorten is;
11  want in zes dagen heeft de Heere den hemel en de aarde gemaakt, de zee en alles wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage: daarom zegende de Heere den sabbatdag, en heiligde denzelven.
12  Eer uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd worden in het land, dat u de Heere uw God geeft.
13  Gij zult niet doodslaan.
14  Gij zult niet echtbreken.
15  Gij zult niet stelen
16  Gij zult geen valsche getuigenis spreken tegen uwen naaste.
17  Gij zult niet begeeren uws naasten huis, gij zult niet begeeren uws naasten vrouw, noch zijnen dienstknecht, noch zijne dienstmaagd, noch zijnen os, noch zijnen ezel, noch iets dat uws naasten is.
 De volgende zeven boeken beschrijven de lotgevallen van Israël vanaf de verovering van Kanaän tot de verovering van Jeruzalem door de Babyloniërs.
Het Oude Testament bevat ook gedichten, spreuken en liederen.
Het Hooglied van Salomo is bekend, vanwege de tweespraak tussen twee geliefden:
(1:9-17)
9  Mijne vriendin, ik vergelijk u bij de paarden aan de wagens van Farao.
10 Uwe wangen zijn liefelijk in de spangen, uw hals in de parelsnoeren.
11 Wij zullen u gouden spangen maken met zilveren stipjes.
12 Terwijl de Koning aan zijne ronde tafel is, geeft mijne nardus haren reuk.
13 Mijn liefste is mij een bundeltje mirre dat tusschen mijne borsten vernacht.
14 Mijn liefste is mij een tros van cyprus in de wijngaarden van Engédi.
15 Zie, gij zijt schoon, mijne vriendin, zie, gij zijt schoon, uwe oogen zijn duivenoogen.
16 Zie, gij zijt schoon, mijn liefste, ja liefelijk; ook groent onze bedstede.
17 De balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn cypressen
.
Tot zover het Oude Testament.

En vervolgens het Nieuwe Testament, opgeschreven na de dood van Jezus. Dit is geschreven gedurende de eerste (en volgens sommigen gedeeltelijk in de tweede) eeuw na Christus, in toen alledaags Grieks.
Het begint met de vier evangeliën. Hierin beschrijven achtereenvolgens Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes het leven, de dood en de opstandig van Jezus Christus. Daarna volgen de handelingen van de apostelen en de brieven van de apostelen.
Van de brieven van Paulus bevat de eerste aan de Corinthiërs een deel, dat vaak wordt geciteerd.
1 Corinthiërs 13: 1-4
Al was het dat ik de talen der menschen en der Engelen sprak, en de liefde niet had, zoo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden.
2  En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist alle de verborgenheden en al de wetenschap, en al ware het dat ik al het geloof had, zoodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zoo ware ik niets.
3  En al ware het dat ik alle mijne goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het dat ik mijn lichaam overgaf opdat ik verbrand zoude worden, en had de liefde niet, zoo zoude het mij geen nuttigheid geven.
4  De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen;

enz.
Het laatste boek van het Nieuwe Testament  is de Openbaring van Johannes, met het bekende ‘En ik zag eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde’. Een apocalyptisch boek dat vaak is opgevat als een voorspelling over het lot van de wereld en de mensheid aan het eind van de geschiedenis.

De Septuagint, vaak afgekort tot LXX (70 in Romeinse cijfers), is de naam voor de Griekse vertaling van de Tenach of het Oude Testament, die tussen circa 250 v.Chr. en 50 v.Chr. werd gemaakt.
Volgens de overlevering werd de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks vertaald door 70 (volgens andere bronnen 72) vertalers die, hoewel onafhankelijk werkend, op miraculeuze wijze toch allen dezelfde vertaling maakten. In eerste instantie was deze vertaling bedoeld voor de grote groep Griekstalige joden in Egypte. Deze hadden namelijk niet meer Hebreeuws als moedertaal.
Volgens de Brief van Aristeas wilde bovendien de Hellenistische koning van Egypte Ptolemaeus II Philadelphus een vertaling van het Oude Testament voor zijn groeiende bibliotheek. In een tweede poging om, na een niet succesvolle poging 61 jaar eerder, de Torah in het Grieks te vertalen, verzamelde deze Grieks-Egyptische koning  72 rabbijnen en plaatste hen in 72 afzonderlijke ruimten. Zijn opdracht was dat iedere rabbijn een vertaling van de Torah in het Grieks voor hem moest maken. Aldus geschiedde. De rabbijnen gingen ijverig aan de slag. Toen ze klaar waren, bleken alle vertalingen identiek te wezen.
De originele rabbijnse Septuagint bevat volgens Joodse bronnen slechts de eerste vijf boeken van Mozes, (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium), terwijl de christelijke bronnen beweren dat de rabbijnen de gehele Tenach in het Grieks hebben vertaald.


Book of Isaiah, Trounce, 6-6-2006

De LXX was gedurende het Hellenisme en de eerste eeuwen van het christendom de belangrijkste en meest gebruikte Bijbelvertaling, zowel bij christenen als bij de joden.
Bij de joden kreeg de vertaling na het jaar 100 een slechte naam, doordat christenen ermee trachtten aan te tonen dat Jezus Christus de aangekondigde Messias was. De christenen hechtten bijvoorbeeld veel betekenis aan het Griekse woord parthenos, maagd, in Jesaja 7:14, terwijl er in het Hebreeuws almah staat, dat behalve maagd ook jonge vrouw kan betekenen.
Jesaja 7:14 :
Daarom zal de Heere zelf ulieden een teeken geven. Zie, eene maagd zal zwanger worden, en zij zal eenen zoon baren, en zijnen naam Immanuël heeten.

Na enkele pogingen de Hebreeuwse Bijbel opnieuw, maar dan letterlijker te vertalen – door Aquila (zeer letterlijk, maar daardoor onbegrijpelijk), door Symmachus en door Theodotion (een herziening van de LXX) – besloot men in de synagoge voortaan de Bijbel in het Hebreeuws te lezen en liet men de LXX aan de christenen.
Voor de christenen is de LXX van grote betekenis geweest bij hun zendingswerk. De meeste bekeerlingen in de eerste eeuwen waren namelijk Griekstalig en hadden met de LXX direct een vertaling van het OT beschikbaar.
 
In de 16e eeuw ontstonden binnen de Kerk allerlei hervormingsbewegingen, die om uiteenlopende redenen behoefte hadden aan een eigen vertaling. De bekendste is wellicht de Duitse vertaling van Maarten Luther. Deze vertaalde in 1521 het nieuwe testament, uitgaande van een Latijnse versie van Erasmus, en in 1534 het oude testament (zonder apocriefen).

Vertalingen rechtstreeks vanuit de grondteksten, Hebreeuws en Grieks, zijn nog wat jonger. Een voorbeeld is de Engelse King James Version (1611), ook wel de Authorized Version genoemd, die sterk leunde op eerder werk van William Tyndale. In de Lage Landen verscheen niet veel later de Statenvertaling (1637).

          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----
 

Boeddhisme
Boeddhisme

India
Het boeddhisme is, met het hindoeïsme en de islam, een van de belangrijkste godsdiensten van Azië. Het heeft vanaf het ontstaan in ongeveer 500 v. Chr. een snelle ontwikkeling doorgemaakt in alle Aziatische landen ten oosten van Afghanistan.
De Indiase samenleving wordt al duizenden jaren in hoge mate bepaald door het hindoeïsme, naar wel wordt aangenomen de oudste van alle nu nog bestaande godsdiensten. In India heerst(e) een kastensysteem, gecreëerd om een duidelijke scheidlijn tussen de overheersers en de onderworpenen aan te geven.
Deze verdeling ontwikkelde zich geleidelijk tot een stelsel van vier sociale lagen. Met als hoogste kaste de brahmanen, de priesters. Zij zijn de geleerden en bewakers van de heilige teksten en kennen een groot aantal privileges. Onderaan de ladder staan de ongeschoolde arbeiders. Buiten het kastenstelsel bestaat er nog de groep van de onaanraakbaren.
Iedereen wordt in een bepaalde kaste geboren en niemand kan tijdens zijn leven van kaste veranderen. Alleen na zijn dood zou men in een hogere kaste wedergeboren kunnen worden.
Dit kastenstelsel maakte het moeilijk voor India om zich aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen.
Enkele eeuwen voor de geboorte van de Boeddha ontstond er een wezenlijke verandering in het hindoeïstische denken in India. In India had men tot op dat moment sterk geloofd in talrijke goden, die je wensen konden vervullen. Nu kwam er een beweging op gang die als doel had het goddelijke in jezelf te zoeken. Dit werd gezocht door ascese, inkeer. Er moeten overal in India personen rondgezworven hebben die zich los wilden maken van het wereldlijke. Door middel van ascese en meditatie probeerde men verlossing te vinden.
Het begrip 'karma' ontstond. Dit gaat over de daden en het gevolg van deze daden. Dit betekent dat men 'afgerekend' wordt op zijn goede of slechte daden via een wedergeboorte in een volgend leven.
Een tijd vol religieuze veranderingen, die de weg opende voor het boeddhisme.

Het leven van Boeddha
In het noorden van India werd Siddharta geboren, die later bekend zou worden als de Boeddha. Er zijn verschillende versies over wie hij precies was: Een koningszoon, of de zoon van een welvarende boer. In grote lijnen wordt meestal het volgende verteld.
De vader zou een vorst der Sakya's zijn geweest. Op een dag had zijn moeder een bijzondere droom, waarin een witte olifant via haar zij bij haar binnendrong. Wijzen interpreteerden deze droom. Zij zou zwanger zijn van een bijzondere zoon, die ofwel een universeel heerser zou worden, ofwel een groot leraar.
De plaats waar het kind geboren werd, bevindt zich in het huidige Nepal.
Het kind, Siddharta, kon op wonderbaarlijke wijze direct na zijn geboorte al staan en zette zeven stappen.
Siddharta kreeg ook nog de naam Gautama. Anderen zullen hem kennen onder de naam Sakyamuni, de "Wijze uit het geslacht der Sakya's." Dat is echter een erenaam, die hem pas later is gegeven.
De vader van Siddharta zag natuurlijk graag, dat zijn zoon een groot heerser zou worden. Daarom werd hij grootgebracht in luxe en zonder contacten met de buitenwereld, zodat hij niet met ellende in aanraking zou komen.
Siddharta had echter toch enkele ontmoetingen die hem buitengewoon in de war brachten. Hij trof achtereenvolgens een bejaarde man aan, stijf en gebogen van ouderdom. Een zieke, rillend van de koorts. En zelfs een dode, die naar de crematieplaats werd gedragen. Ten slotte zag hij nog een asceet, gekleed in een gele mantel, die leefde van aalmoezen. Dat ouderdom, ziekte en dood het onontkoombare lot van alle mensen was, zette Siddharta aan het denken. Hij vond geen vreugde meer in het luxe leven aan het hof, en vertrok.


© awagenvoorde
Beide afbeeldingen zijn afkomstig uit Xi'an, China, waar het hele leven van Boeddha op een schitterende wijze is uitgebeeld in jade.

Siddharta ging op zoek naar een antwoord op zijn vragen. Wat was toch de oorzaak van de ellende van de mensheid en zou deze opgeheven kunnen worden? Zo ja, hoe? De ontmoeting met de asceet diende hem tot voorbeeld.
De goden hielpen Siddharta bij zijn vertrek uit het paleis. Siddharta liet zijn geliefde paard Kanthaka opzadelen en deze liep op miraculeuze wijze onhoorbaar weg, zodat de paleiswachten niet gewekt werden.
Deze episode van de ommekeer in het leven van de prins wordt "Het Grote Vertrek" genoemd.
Siddharta's zoektocht levert aanvankelijk weinig op. Uiteindelijk besluit hij onder een boom te gaan zitten en niet meer op te staan, totdat hij inzicht had gekregen in de raadselen van het bestaan en het lijden van de mensheid. Op 35-jarige leeftijd heeft hij lang onder de boom zitten mediteren en bijna de verlichting bereikt. Toen werd hij echter nog eerst gekweld door Mara, de geest van de wereldlijke zaken en het vleselijke genoegen. Op de 49ste dag echter kreeg hij inzicht in de oorzaken van het lijden van de mens, en hoe dit lijden op te lossen.
Met deze verlichting had hij gevonden waar hij naar gezocht had. Hij kon dus opgaan in het nirwana. Dit deed hij echter niet. Hij besloot op aarde te blijven om zijn ideeën te verspreiden.
Allereerst reisde hij naar een plek, dichtbij het huidige Varanasi, naar een hertenkamp. Hier legde de Boeddha voor het eerst zijn nieuwe ideeën uit.
Dit moment, de "Eerste Prediking" is in de boeddhistische traditie heel belangrijk en wordt aangeduid met "Het in Beweging Zetten van het Wiel van de Leer"; hiermee is immers een begin gemaakt met de verkondiging van de boeddhistische principes.

De boeddhistische leer
De Boeddha heeft bij zijn eerste prediking in het hertenkamp hoe we ons kunnen losmaken uit de kringloop van wedergeboorten om op te gaan in het nirwana. Dit deed hij aan de hand van de Vier Edele Waarheden.
De eerste waarheid is die van het lijden.
Voor dit lijden wordt het woord 'dukkha' gebruikt, hetgeen verwijst naar vergankelijkheid, onvolkomenheid en ontevredenheid. Veel mensen geloven, dat het boeddhisme pessimistisch is, vanwege de nadruk op het lijden.
De Tweede Waarheid is het vinden van de oorzaak van het lijden.
De Derde Waarheid is het besef dat het lijden opgeheven moet worden.
En de Vierde de methode, die gevolgd moet worden om dit lijden op te heffen.
 
De Boeddha zag, dat alle bestaan niet-permanent, voorbijgaand is. De gehechtheid aan een 'duurzaam zelf' is een illusie, en de belangrijkste oorzaak van het lijden. Als de mens zich van deze illusie kan bevrijden, is hij in staat zich open te stellen voor wijsheid en mededogen.
De belangrijkste oorzaak van het lijden ligt in de gehechtheid. Gehechtheid kan zijn het verlangen naar iets als ook het hebben van een afkeer van iets. Bij verlangen kan men denken aan zintuiglijk genot, zoals lekker eten of sex, maar ook aan streven om iets te krijgen of bereiken, of om belangrijk gevonden te worden.
Als het over de afkeer gaat, valt te denken aan angst, boosheid of jaloezie.
1. De mens lijdt aan ouderdom, ziekte, dood, en aan teleurstelling, het gescheiden-zijn van wie men lief heeft etc.
2. De mens lijdt aan verandering. Nieuwe dingen worden oud of raken uit de mode. Aangename gevoelens zijn niet permanent.
 
Hoe kun je dit gevoel van lijden opheffen?
Boeddhisten leren dat zelfanalyse en meditatie een bevrijdende en heilzame uitwerking hebben. Tijdens de meditatie kan men tot de ontdekking komen, dat alles voorbijgaand en vergankelijk is. In een wereld die voortdurend verandert, probeert de mens zich vast te klampen aan iets duurzaams. Dit gaat niet, alles is immers voorbijgaand. Wanneer je dit inziet, kun je ook de waarneming van jezelf als individu loslaten. Vervolgens kan de mens zijn egoïstische levenshouding opgeven, 'zelfloos' worden en ontvankelijk zijn voor anderen.
De oorzaken van het lijden zijn in de mens zelf gelegen en kan hij zelf tenietdoen.
De Vierde Waarheid bestaat uit het achtvoudig pad tot opheffing van het lijden.
Dit zou je kunnen samenbrengen in een drietal leefregels, namelijk:
1. Moraliteit of discipline van het lichaam
2. Concentratie of discipline van de geest.
3. Wijsheid.
Bij 1. valt te denken aan de waarheid spreken, meewerken aan het geluk van anderen, verbod op wapenhandel, verkoop van alcohol, het plegen van diefstal, enz.
Bij 2. aan het onderdrukken van slechte gedachten en het bevorderen van goede. Hartstochten en verlangens laten verdwijnen.
En bij 3. In liefde en mededogen denken aan alle levende wezens. Tot ontwikkeling komen door meditatie.


Lezing  '
Tibet, het Tibetaans Boeddhisme en de Dalai Lama'


          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

Hindoeïsme

Hindoeïsme

Hindoeïsme is een van de grote wereldgodsdiensten. Maar verreweg de meeste hindoes wonen in India en Nepal. Er zijn uiteraard ook hindoe-gemeenschappen buiten deze landen, bijvoorbeeld in Engeland, Maleisië en de Golfstaten.
Hindoes duiden hun manier van leven aan met het woord dharma, het geheel van morele wetten.
Het hindoeïsme verschilt wezenlijk van religies als het christendom of de islam. Er bestaat niet iemand die het geloof heeft gesticht en het kent ook geen heilige schrift. Je wordt geboren als hindoe  en je geloof is een manier van leven. Hindoeïsme is daarmee heel praktisch en flexibel, maar voor westerlingen ook ingewikkeld.
Wordt vervolgd.
 

a

          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

 

Actualiteiten

01.03.12

Promotie-onderzoek

Vandaag is de grote dag: mijn vragenlijst over burgerschap en religie staat online! Dus aan iedereen de vraag om me te helpen en de vragenlijst in te vullen via onderstaande link. Het kost ongeveer 10 minuutjes en helpt mij enorm.

Enquête Burgerschap en Religie

Dank voor jullie hulp!!!

Renée

* * * * *
 

Kerken tekenen contract tegen homogeweld.

Op 17 mei jl. heeft een groot aantal kerken in de Domkerk in Utrecht een verklaring ondertekend en gepresenteerd, waarin geweld tegen homoseksuelen wordt veroordeeld.
De dag is niet zomaar gekozen: op 17 mei 1990 schrapte de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel van de lijst met geestesziekten!
Het COC stelde mede het contract op, samen met het Landelijk KoördinatiePunt groepen kerk en homoseksualiteit (LKP). Helaas zijn er nog steeds kerkgemeenschappen die het contract niet willen ondertekenen. Dat geeft volgens het COC aan dat de ondertekening van een verklaring tegen geweld tegen homo's niet vanzelfsprekend is.
Hopelijk leidt deze stap echter tot meer begrip en gelijkwaardigheid voor homoseksuelen in de gehele (religieuze) wereld.
"Nu tal van kerken de verklaring tekenen, laten zij duidelijk zien in wiens voetspoor zij willen gaan: dat van Jezus Christus die altijd de zijde koos van mensen die letterlijk en figuurlijk de klappen moeten opvangen', zegt Wielie Elhorst, voorzitter van LKP. "De ondertekening is daarom een bijzonder, hoopvol en bemoedigend moment."

http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/binnenland/)/components/actueel/rtlnieuws/2011/05_mei/16/verrijkingsonderdelen/Contract_kerken_tegen_homogeweld.xml

* * * * *
 

China treft 'passende maatregelen' tegen protestanten

Politie in de Chinese hoofdstad Peking heeft gisteren dertien protestanten opgepakt toen ze buiten in een winkelgebied een kerkdienst wilden houden. Het was de zesde achtereenvolgende zondag dat leden van de Shouwangkerk werden aangehouden.

De gelovigen verzamelden zich volgens de krant South China Morning Post op een plein in Peking, hoewel de autoriteiten hun hebben verboden daar samen te komen. Veel van de degenen die eerder zijn aangehouden, hadden dit weekeinde huisarrest opgelegd gekregen, terwijl zes leiders van de kerk al meer dan maand hun huis niet mogen verlaten.

Volgens de kerk zijn meer dan dertig volgers gedwongen te verhuizen. Huisbazen zouden hen uit hun huis hebben gezet met druk van de overheid. Bijna tien volgers zouden hun baan hebben verloren omdat ze weigerden hun geloof op te zeggen. In een statement van de Shouwangkerk wordt gewaarschuwd voor juridische stappen van de kerkgangers omdat dergelijke praktijken verboden zijn.

Uit solidariteit met de kerk hebben leiders van twintig niet-erkende kerken en Christelijke partijen het Nationaal Volkscongres in een brief opgeroepen de mogelijkheden voor gelovigen om hun godsdienst te belijden te verruimen.

In een reactie op de acties tegen de Shouwangkerk zei een woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat de leden van de kerk 'zich illegaal probeerden te verzamelen' en dat de politie 'passende maatregelen' heeft getroffen. De autoriteiten zijn zeer intolerant tegenover de Shouwangkerk, omdat deze kerk erg snel groeit: van minder dan tien leden in 1993 naar inmiddels ongeveer duizend leden.

Bron: Trouw 16.05.11 http://www.trouw.nl/tr/nl/5088/Christendom/article/detail/2432257/2011/05/16/China-treft-passende-maatregelen-tegen-protestanten.dhtml 

* * * * *
 

Kopten in Caïro

De Kopten zijn de christelijke nakomelingen van de oude Egyptenaren. Men gebruikt deze naam voor de Egyptenaren vanaf de tijd dat het christendom de heersende godsdienst was geworden (ongeveer sinds de 2de eeuw) en later, na de verovering van Egypte door de Arabieren in de 7e eeuw, voor de inheemse christenen van Egypte. Het merendeel van hen woont in de steden van Boven-Egypte.
De Koptisch-orthodoxe Kerk  is een van de Oriëntaals-orthodoxe Kerken. Zij is de belangrijkste christelijke kerk van Egypte met zetel in Caïro.
Een van de bekendste Kopten is Boutros Boutros-Ghali (Caïro, 14 december 1922). Hij was secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 1992 tot 1997.

Op dit moment loopt de spanning tussen christenen en moslims in Caïro steeds verder op.

http://www.trouw.nl/tr/nl/5088/Geweld-tegen-Christenen/article/detail/2432722/2011/05/17/Christenen-worden-langzaam-uitgemoord.dhtml

          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----


 

Rede en religie onderweg

Deze column heb ik vorig jaar uitgesproken bij de presentatie van het boek Religie en Rede: een dialoog. Speldenprikjes tegen wederzijdse vooroordelen (waarin ik een hoofdstuk heb geschreven in het kader van het akademie-assistenschap. Het boek is hier te bestellen. ).

In deze column wil ik u meenemen naar Spanje. Afgelopen zomer heb ik de Camino de Santiago gelopen, de oude pelgrimsroute naar het graf van de apostel Jacobus. Tijdens mijn studie cultuur-en godsdienstpsychologie kwam ik voor de eerste keer in aanraking met deze tocht. Tijdens een vak over interviewtechnieken hadden een aantal medestudenten pelgrims geïnterviewd over hun ervaringen. Als niet-religieus opgevoed, niet-spiritueel aangelegd persoon heb ik gefascineerd zitten luisteren naar deze verhalen. Vooral het verhaal van een jongeman raakte me. Hij vertelde over het weggaan, over het beginnen met wandelen. Over de manier waarop de omgeving reageert op de plannen en de manier waarop mensen onderweg naar je kijken. Het contrast tussen het wandelende leven en de dagelijkse vluchtigheid van wat je achterlaat en wat je tegenkomt. Het fascineerde me.

In de jaren die volgden, sprak ik soms de wens uit dat ik een keer naar Santiago wilde lopen. Maar meestal voegde ik daaraan toe: “later, als ik groot ben”. Bovendien had ik ook wel eens gezegd dat ik Het Kanaal wilde overzwemmen en dat ik de moord op Kennedy wilde oplossen. Losse flodders dus. Tijdens het ontbijt op Tweede Paasdag 2009 sneed ik het onderwerp ‘zomervakantie’ aan. Mijn vriend en ik zouden beide afstuderen dat jaar, dus wellicht konden we wel een mooie reis maken. Mijmerend over warme bestemmingen, opperde mijn vriend opeens: “misschien kunnen we jouw droomreis wel maken”. Verbaasd keek ik hem aan. Ik had geen flauw idee waarover hij het had. Ik? Een droomreis? “We zouden naar Santiago kunnen lopen”, zei hij. Ik denk dat ik ongeveer 2 seconden nodig had om dat idee binnen te laten komen. Toen stond het besluit vast. We gingen naar Santiago.

En zo vertrokken we in alle vroegte op een ochtend in juli met de trein richting Parijs. Van Parijs naar Bayonne, en met een bergtreintje door naar het begin van onze tocht: de voet van de Franse Pyreneeën, een traditioneel startpunt voor Noord-Europeanen. De eerste wandeldagen verliepen boven verwachting. Natuurlijk was er pijn: de knieën hielden niet van het afdalen, en de voeten niet van het extra gewicht van de rugzak. Maar buiten de pijn en de vermoeidheid genoten we van het avontuur. Op de vijfde dag besloten we te overnachten in een klein plaatsje op de top van een berg. De reisgids gaf een aanlokkelijke beschrijving van het plaatsje en prees de zogenaamd ‘evangeliserende herberg’, die door Nederlanders werd geleid. Toen we aan het eind van de middag verhit en vermoeid aankwamen raakten we aan de praat met de hospitaleros. Ze waren niet blij met de omschrijving van ‘evangeliserend’, want volgens hen waren ze dat helemaal niet. Bij het avondeten echter werd gezamenlijk gebeden, werd aan iedere pelgrim het Evangelie van Johannes uitgedeeld om de gehele weg mee te dragen, en werden de pelgrims uitgenodigd voor de Jesus-meditation. De jongeman die de herberg leidde, hield een soort preek, en liet een zeer divers scala aan muziek horen om zijn geloof met ons te delen. We waren overigens, samen met 1 andere pelgrim, de enigen die gehoor hadden gegeven aan de oproep. Toen we na de meditation met de leider praatten, kwam het gesprek al snel uit op de reden om de Camino te lopen. Toen we hem vertelden dat we de tocht liepen uit fascinatie voor de traditie, het geloof en de cultuur, werd hij bijna boos. Hij vroeg wat we van het geloof dachten en toen ik hem antwoordde dat ik erdoor gefascineerd was, barstte hij los. Volgens hem was het ondenkbaar, en zelfs onmogelijk om te zeggen dat je religie fascinerend vindt. Hij wees ons op de dingen om ons heen, en zei dat toch duidelijk zichtbaar was dat God in de schepping aanwezig is. Fascinatie kon je tot op zekere hoogte van verschijnselen hebben, maar wanneer het om geloof ging, moest je een keuze maken en een kant kiezen. Hij maakte zich kwader en kwader en beet ons toe: “hoe kun je nou zeggen dat geloof fascinerend is, als mensen uit naam van geloof elkaar vermoorden?”. Een interessante discussie volgde, maar we kwamen er natuurlijk niet uit. De volgende dag vervolgden we onze weg.

Een paar honderd kilometer verder, bij Najéra, liepen we over een lelijk industrieterrein de stad in. Op de muur van een voormalige meelfabriek, naast een stortplaats vol puin en afgedankte meubels, was door een priester uit een naburig dorp een gedicht geschreven. 

Ik geef hier de Nederlandse vertaling:

Stof, modder, zon en regen
dat is de weg naar Santiago
Duizenden pelgrims
en meer dan duizend jaren

Pelgrim, wie roept je?
welke duistere kracht drijft je?
niet de sterrenhemel,
noch de kathedralen

Het is niet de dapperheid van Navarra
noch de wijn van de Rioja
niet de schelpen van Galicië
noch de velden van Castilië

Pelgrim, wie roept je?
welke duistere kracht drijft je?
niet de mensen onderweg
noch de gewoontes van het land

Het is niet de historie of de cultuur
noch de haan van Santo Domingo
niet het paleis van Gaudi
en niet het kasteel van Ponferrada

Ik zie dat alles in het voorbijgaan
en het is een genoegen om te zien
maar de stem die mij roept
voel ik veel dieper in me

De kracht die mij beweegt
de kracht die mij aantrekt
is aan niemand uit te leggen

dat kan alleen "Hij" daarboven

Deze tekst bleef me bij en ik heb er de rest van de weg naar Santiago over nagedacht. Voordat ik op reis ging, dacht ik juist dat ik op pad ging voor de fenomenen en tradities die in het gedicht worden beschreven, maar gaandeweg ging ik hierover twijfelen. De verhalen van medepelgrims die we ’s avonds in de herbergen tegenkwamen, versterkten deze twijfel. Ik vond het opmerkelijk hoeveel pelgrims een bepaalde drang beschreven die ze gedreven had tot deze keuze. En terugdenkend aan de eerste keer dat ik geraakt werd door de verhalen van een pelgrim, bedacht ik me dat ook ik een soort innerlijke drang had gevoeld. Misschien is het waar wat in het gedicht wordt gezegd, en wordt de pelgrim door een duistere kracht gedreven. Een onverklaarbare drang die ervoor zorgt dat je dergelijke dingen doet. Wie weet kan ik dan ook nog wel eens Het Kanaal overzwemmen... Later, als ik groot ben....

Misschien vraagt u zich af waarom ik u dit alles verteld heb. Wel, ik heb u verteld over de weg die ik ben gegaan afgelopen zomer. En ik heb u verteld over verschillende interpretaties van die weg. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat de betekenis van dingen om ons heen niet altijd eenduidig is. Het gedicht spreekt over Hij daarboven, die de pelgrim aanzet om de tocht te maken. De hospitalero in de evangeliserende herberg sprak over de aanwezigheid van God in de schepping, en wilde ons dwingen om ons uit te spreken over het geloof.  Aan de andere kant waren er mensen in onze omgeving die hoopten dat we niet te zweverig of religieus zouden worden van deze tocht. Religie heeft voor sommige mensen een negatieve bijsmaak, en wordt door hen als achterhaald gezien. Kortom, de invulling en waardering die mensen geven aan geloof is heel divers.

En dat maakt het voeren van een dialoog over dit onderwerp niet eenvoudig. Het gevaar loert dat je langs elkaar heen praat, en vanuit de eigen overtuiging de andere mening negeert. Dit is ook wat we in de politiek en in de samenleving zien de afgelopen jaren. Zowel religiecritici als religiefanaten hebben hun eigen vaststaande overtuiging en zijn niet bereid de standpunten van de andere partij serieus te nemen. Het is alsof de beide partijen een eigen weg zijn gegaan. Soms kruisen de wegen elkaar, maar ze hebben een ander verloop,  waardoor het, nu ze eenmaal zo ver uit elkaar liggen, bijzonder lastig is om met elkaar te kunnen praten. Ik kan geen oplossing bieden voor dat probleem. Ik kan slechts een aanzet geven. En dat doe ik met de definitie van Paul Valéry over religie. Hij zegt: “Een religie verschaft mensen woorden, handelingen, gebaren en ‘denkbeelden’ voor de omstandigheden waarin zij niet weten wat te zeggen, wat te doen, wat te denken”. De weg die iemand kiest, biedt de woorden, handelingen, gebaren en denkbeelden waarover Valéry het heeft. Verschillende wegen zijn als verschillende religies, en als we alsmaar doorlopen, komen we misschien wel bij ons doel, maar zoals iedere pelgrim weet, is de weg die je gaat belangrijker dan het doel dat je bereikt. Wanneer nu in de hedendaagse discussies de partijen mijlenver uit elkaar liggen, en langs elkaar heen praten, kan het geen kwaad een stap terug te doen, en te kijken naar de weg die ingeslagen is. Als we dat allemaal doen, krijgen we elkaar op gegeven moment weer in het vizier. En op dát moment kunnen we verder praten.

© R. A. Wagenvoorde
psychologe en filosofe, promovenda R.U. Groningen
http://reneewagenvoorde.blogspot.com/


          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

publicaties
 

07.08.12

Wat delen atheïsme en religie?

Onder deze titel verscheen er gisteren een artikel van Dennis Schep, promovendus/schrijver

Atheïsme en religie lijken meer op elkaar dan veel atheïsten ons willen doen geloven

Een telkens opnieuw oplaaiende discussie in ons publieke debat is die waarin een rationeel atheïsme tegenover de irrationaliteit van religie (en dan vooral van de Islam) wordt geplaatst. Binnen het atheïstisch kamp wordt dit debat grofweg gestructureerd door de volgende twee polen: De verlichte vleugel (Dawkins, Hitchens, en een keur aan andere blanke mannen) zet religie weg als een primitief fenomeen dat niet past in een moderne samenleving, en de relativistische vleugel, die verklaart dat het niet aan ons is om andere culturen te beoordelen, geeft uitdrukking aan haar respect voor religie met een paternalistisch schouderklopje.

Beide zijden baseren zich op een keur aan schijnbare tegenstellingen, die de andersheid van religie tot een absurde karikatuur uitvergroten. In iedere cultuur circuleren bepaalde racistische stereotypen, die altijd tot stand komen door verschillen tussen levenswijzen te vergroten en overeenkomsten over het hoofd te zien. Zo heeft ook atheïsme meer met religie gemeen dan de gemiddelde atheïst bereid is te geloven.

In een opiniestuk op Volkskrant.nl verklaart Bart Schut bijvoorbeeld dat atheïsme geen religie is, omdat atheïstisch denken lijnrecht tegenover elke religieuze traditie staat. Atheïsme is het summum van rationaliteit, en religie de afwezigheid daarvan. Maar de tegenoverstelling van religie en atheïsme is logisch uiterst fragiel, en onhoudbaar wanneer we de verwovenheid van religie en cultuur in acht nemen.

In de eerste plaats betekent atheïsme “geloven dat er geen God is,” en strikt genomen is dat nog altijd een geloof, aangezien zowel een geloof in God als de verwerping van dit geloof niet aan rationele bewijsvorming onderhevig is. Een radicaal agnosticisme zou wellicht als afkeer van iedere vorm van religie gezien kunnen worden; maar atheïsme is dit zeker niet. Hoe hard ze ook mogen roepen, militante atheïsten als Dawkins en Hitchens kiezen er niet voor elke vorm van geloof te verwerpen; ze proberen slechts hun eigen geloof te zuiveren van ongewenst religieuze invloeden.

Een blik in de geschiedenis leert dat deze manoeuvre diep geworteld is in een Joods-Christelijke traditie. De bekendste precedent is Exodus 32; een passage in de bijbel waarin Aäron, Mozes' grote broer, uit de sieraden van Israelische vrouwen een gouden kalf fabriceerde, dat ze in de afwezigheid van Mozes konden aanbidden. Dit was natuurlijk een duivelse vorm van afgoderij, en God deed zijn beklag bij Mozes, die naar zijn volk terugkeerde en het kalf verbrandde.

Het aanbidden van stieren en kalveren was wijdverbreid in diverse religieuze sekten in en rondom Egypte. Het gebaar van Mozes moet dan ook gezien worden als een poging het Christendom van heidense invloeden te zuiveren – net zoals een keur aan atheïsten heden ten dage probeert hun rationalisme te zuiveren van iedere religieuze invloed.

Het probleem is echter dat religie een essentieel onderdeel is van onze cultuurgeschiedenis, en een bekering tot het atheïsme niet volstaat om met alle religieuze invloeden in onze cultuur korte metten te maken. Het ontkennen van de invloed van Christelijke waarden in het atheïstisch wereldbeeld getuigt dan ook van een grote kortzichtigheid. Voorbeelden? De universele verklaring van de rechten van de mens, opgetekend in een vergadering van de VN in 1948, is ondanks de diversiteit van de co-auteurs sterk door Christelijke waarden beïnvloed. In feite is het hele idee aan ieder mensenleven een inherente waarde toe te kennen van Christelijke origine, en had de verklaring wanneer die in een niet-westerse context was opgesteld er heel anders uit gezien.

Een ander voorbeeld is ons begrip van tijd. Omdat de globalisering onze Christelijke waarden over de hele wereld heeft verspreid is het moeilijk te bedenken dat zulke basale concepten als tijd ook op een heel andere manier gedacht kunnen worden. Toch zijn er nog altijd enkele culturen, zoals de aboriginals, met een overheersend cyclisch tijdsbegrip. In deze culturen wordt ieder jaar gezien als de herhaling van een onveranderlijk mythisch tijdperk dat middels heilige schriften of verhalen overgeleverd is. Onze cultuur hanteert een lineair tijdsconcept, maar ook deze vorm van tijd is niet vrij van religieuze invloeden: bepaalde vormen van het sinds de Verlichting (Aufklärung) zo prominente vooruitgangsdenken kunnen gezien worden als een secularisering van het Christelijk messianisme, waarin herhaling en terugval ondenkbaar zijn.

U vindt het hele artikel via onderstaande link en kunt ook daar uw reactie geven.
Uiteraard zijn uw reacties en/of artikelen ook welkom op Cedar Gallery. Graag inzenden via: cedars@live.nl , o.v.v. 'religie'.

http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/15282_wat_delen_atheisme_en_religie/



-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----


08.05.11

'Religieus actief zijn en niet echt geloven kan zeker'

Kan religie zonder geloof? Nee, zeggen sociale wetenschappers. Jawel, zegt journalist en godsdienstwetenschapper Koert van der Velde. Sterker: Hij vindt dat het nodig is 'om alle culturele en psychologische registers open te trekken om deze bron van rijkdom aan te boren'. Komende week (10 mei) promoveert hij op het proefschrift 'Flirten met God'.

 Hij legt zijn kaarten meteen op tafel: Koert van der Velde gelooft niets - niet in God en niet in niet-God. Maar hij onderkent wel 'een zeker religieus verlangen' bij zichzelf. En hij is niet de enige, zegt hij. Volgens een conservatieve schatting is minstens 10 procent van de Nederlanders op een a-gelovige manier religieus. Dat kan niet, stelden sociaal wetenschappers tot nu toe; zonder geloof geen religieuze belevenissen.

Van der Veldes promotieonderzoek is een uitputtende speurtocht naar mensen met een religieus verlangen die tegelijkertijd niet kunnen geloven in religieuze voorstellingen. Wat blijkt? Mensen laten zich er door hun ongeloof steeds minder van weerhouden religieus actief te zijn. "Ook al bestaat er naar hun idee geen god en is er in het leven geen diepere zin, het verlangen naar de beleving van iets goddelijks of die diepere zin is er bij velen niet minder om."

Koert van der Velde promoveert op 10 mei op het proefschrift 'Flirten met God. Religiositeit zonder geloof', dat gelijktijdig verschijnt bij uitgeverij Ten Have.

 

Bron: Trouw.nl

Meer lezen: http://www.trouw.nl/tr/nl/5097/Spiritualiteit/article/detail/2047699/2011/05/06/Religieus-actief-zijn-en-niet-echt-geloven-kan-zeker.dhtml

          -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

Activiteiten

De rol van religie in onze maatschappij

Religie als tijdloos fenomeen door dr. Sijbolt Noorda

Het einde van religie is al vele malen voorspeld. En al even vaak beleeft het een comeback die even onverwacht als krachtig is. Waar ook ter wereld, religie is there to stay! Wat religie is, wat ze doet en hoe ze het doet, is niet gemakkelijk in eenvoudige definities te vatten. Dr. Sijbolt Noorda, theoloog en universiteitsbestuurder, doet toch een poging en neemt u in deze driedelige Connaisseursserie mee op een religieuze verkenningstocht binnen onze samenleving.
Meer info en/of inschrijving: www.vrijeacademie.nl

Bijbels Museum
Amsterdam
Kosten: €105,-
Data: donderdag 9 juni, woensdag 15 en 22 juni, tijd: 19.30 - 21.30u

 

ISW-Symposium "Religie, Burgerschap & Integratie"

Hoe bedreigend is de Islam? Kunnen we religie aanwenden om integratie te bevorderen? In hoeverre moeten kerk en staat gescheiden zijn? Op 22 juni zullen Ab Klink, Naema Tahir, Fokko Oldenhuis en Thierry Baudet ingaan op bovenstaande vragen tijdens het ISW-symposium Religie, Burgerschap & Integratie.In een samenleving die steeds pluriformer wordt zien we religieuze verschillen vaak als een probleem. Mensen voelen zich bedreigd door de Islam, een religie waar ze weinig van weten en die zich steeds duidelijker manifesteert in de samenleving. Maar hoe bedreigend is de Islam eigenlijk? In hoeverre wijkt ze in haar fundamentele uitgangspunten af van andere godsdiensten? Is religie een splijtzwam of kunnen we religie juist aanwenden om integratie te bevorderen? Of is burgerschap iets van de staat en moeten religies daarbuiten blijven?

Het instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid organiseert op 22 juni 2011, 12.00-17.00 een symposium over religie, burgerschap en integratie. Tijdens de middag geven vier experts antwoorden op bovengenoemde vragen:

Ab Klink
Oud-minister van VWS en voormalig tweede kamerlid voor het CDA, onderhandelaar tijdens de formatie van het huidige kabinet.

Naema Tahir
Schrijver, wetenschappelijk docent en columnist.

Fokko Oldenhuis
Bijzonder hoogleraar Recht en Religie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Thierry Beaudet
Promovendus op het onderwerp nationale soevereiniteit, bij Paul Cliteur aan de Universiteit Leiden, programmamaker, presentator en redacteur.

Prof. Drs. Jacques Wallage bijzonder hoogleraar Integratie en Openbaar Bestuur aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur, treedt op als dagvoorzitter.

We hopen u te mogen begroeten op 22 juni!

Datum:    Woensdag 22 juni
Tijd:         12.00 - 17.00 uur
Locatie:    Het Kasteel, Melkweg 1, Groningen
Info: http://www.instituutisw.nl/nieuws/270


 

Zenweekeinden abdij Doetinchem

Hieronder vindt u het programma 2011 voor zenmeditatiesessies in het Stiltecentrum Betlehem van de Benedictijner St. Willibrordsabdij in Doetinchem. In een voormalige boerderij heeft de abdij een modern Stiltecentrum voor christelijke spiritualiteit en zenmeditatie gevestigd. Groepen van maximaal 22 personen kunnen daar voor bezinning en geloofsverdieping terecht.

Over de begeleiders:

Gerard Helwig (1920) is sinds 1941 Benedictijnermonnik. Hij studeerde wijsbegeerte en theologie. Tot 1995 was hij als docent wijsbegeerte in verschillende instellingen van hoger onderwijs werkzaam. Hij leerde Zenmeditatie in 1972 bij pater Lassalle en pater Lutze en leidt vanaf 1980 zen-meditaties in de St. Willibrordsabdij, waar hij zelf als monnik leeft. Zijn speciale aandacht gaat uit naar de vergelijkende mystiek.

Henri Vesseur (1959) is sinds 1979 Benedictijnermonnik. Na zijn studie theologie gaf hij jarenlang les in liturgie en spiritualiteit. Hij is vertrouwd met de christelijke mystiek en meditatie. Als geestelijk begeleider coacht hij mensen op hun spirituele weg. Sinds enige jaren verdiept hij zich in Zen en wordt daarbij geboeid door de uitdaging van de interreligieuze dialoog tussen Oost en West.

Ben Claessens begeleidt zengroepen in Lelystad en tijdens weekeinden en midweken in het Stiltecentrum van de Benedictijner St. Willibrords abdij in Doetinchem. Hij is parttime werkzaam in een holding als communicatieadviseur en vertrouwenspersoon. Zijn zenleraar Nico Tydeman Sensei ontmoette hij voor het eerst in 1985. Sinds 1998 volgt hij bij hem zijn zentraining. In 2005 begon hij bij Dom Gerard Helwig een studie naar de teksten van de middeleeuwse mysticus Jan van Ruusbroec. Sinds 2009 wordt hij ook begeleid door zenleraar Maurice Knegtel Sensei (Izen, Utrecht) Hij schreef boeken over Mahatma Gandhi, zen en christelijke mystiek.

Meer info: http://www.zenmeditation.eu/zenweekenden.html


 

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

Zen 

Zen biedt in het leven van alledag een weg van inwijding in het mysterie van het bestaan. Het is een Pad dat zich als bron manifesteert van ons eigen continue veranderend bewustzijn.
Een Pad dat naar zichzelf verwijst en in onszelf, in het diepst van ons bewustzijn, ontspringt. Zen wil je daarheen voeren, in feite dus naar waar je al bent. Niet in de vorm van een definitief antwoord, maar door het opwekken van een geesteshouding die zich verdiept waardoor het menselijke bewustzijn ontvankelijk en flexibel wordt voor wat uit de bron opwelt.
Dit vraagt om een mild ontvankelijk worden, met meer begrip voor wat plaatsvindt.
Wie tot de geest van zen doordringt weet: er is geen antwoord, er is slechts dit zoekende bestaan, van nature en oorsprong open en vrij in alle nare en vreugdevolle kwesties en situaties die zich opdringen. De vrijheid ligt, heel verrassend, juist besloten in het besef dat er geen ontsnappen aan dit leven, de situatie waar je telkens voor staat, mogelijk is en dat we gehouden zijn een antwoord te geven op wat zich aandient en zich voordoet.
Vrijheid ligt daarom ook besloten in de ervaring dat we ernstig te kort schieten, dat we ons egoïsme maar moeilijk aan de kant kunnen zetten, dat de gedachtemolen in ons volop blijft draaien en dat we ons en anderen soms vermalen onder onze ongebreidelde emoties.
Vrijheid wordt ervaren door jezelf open te stellen. Zen maakt geen supermens van je, het opent je ogen voor je kwetsbaarheid en gebreken en juist dat leidt tot aanvaarding en waardering. Het laat je glimlachen om je vergeefse pogingen groter en sterker te lijken dan je bent. Het bestaan is dol op je kwetsbaarheid, het herkent zich in die kwetsbaarheid en vormt een poort om binnen te komen, zich te manifesteren en je te helpen tot inzicht en zelfaanvaarding te komen.
Zo zorgt de Weg van zen voor een transformatie tot waarachtig mens-zijn.

© Ben Claessens. Een bijdrage uit zijn boek 'Met lege handen'.

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

Blog

maandag 23-05-2011

De wereld is (nog) niet vergaan

De afgelopen tijd hebben we via diverse media kunnen vernemen, dat de wereld op 21 mei 2011 zou vergaan. Wat heeft u zaterdag gedaan? Heeft u zich er op voorbereid? Of leek het u allemaal maar een lachertje?
Heeft u de dag toch niet met een heel klein beetje spanning doorgebracht? Alles lijkt wel onzin, maar…

De Amerikaan Harold Camping van Family Radio was er klaar voor. Hij had mensen wereldwijd gewaarschuwd voor een grote aardbeving, die het einde der tijden zou betekenen.
Hieronder kunt u het nog eens gedeeltelijk in het Engels nalezen.
Voor volgelingen van Camping is het wellicht teleurstellend, dat zijn voorspellingen niet zijn uitgekomen. Wanneer mensen zo stellig geloven in ‘de tekenen’ en iemand ze daarin ook nog sterkt en  stimuleert, dan had het moeten gebeuren. Alles wees er ook op.
Ook Nostradamus heeft 2011 als het jaar van het einde bestempelt (volgens een kenner, die al 15 jaar lang studie maakt van Nostradamus en zijn voorspellingen nog aanvult met voorspellingen van bepaalde indianenstammen. Alles wijst op dit jaar!).
Bovendien hebben we nog maar net de grote aardbeving, gevolgd door een enorme tsunami in Japan achter de rug. Gevolgd door een reeks tornado’s die een spoor van verwoesting hebben getrokken in de Verenigde Staten en aan tientallen mensen het leven hebben gekost. De tekenen liegen er niet om.

Wat staat er eigenlijk in de Bijbel over het einde der tijden?
Onder andere dit:
Lukas 21: 7-11…….7 “En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden? 8 En Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet na. 9 En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden; maar is terstond het einde niet.”
 
En als het dan zover is, dan vindt de apocalyptische oogst plaats. In de kunst zie je bijvoorbeeld middeleeuwse afbeeldingen van engelen die het graan maaien.
Volgens de Apocalyps zal het Laatste Oordeel plaatsvinden na de wederopstanding des vlezes en de wederkomst van Christus.
Alle mensen worden individueel beoordeeld zodra men sterft. Het Laatste Oordeel is universeel en bezegelt de definitieve overwinning van het Goede over het Kwade.
Het Laatste Oordeel komt voor in Daniël 7:13-14 en Matteus 24: 30-31 en Matteus 25:31-46. Wellicht ook op andere plaatsen, aanvullingen zijn welkom.
Wie heeft informatie over dit onderwerp vanuit andere religies?

De voorspelling van Harold Camping is niet uitgekomen, maar ongetwijfeld staat er weer een nieuw iemand op, met een volgende Eindtijd. De laatste dagen van de mensheid en het Laatste Oordeel houdt de mensheid al eeuwenlang in zijn greep.
 

Tot slot een deel van de tekst over Harold Camping. Bron: Huffington Post

http://www.huffingtonpost.com/2011/05/20/harold-camping-judgment-day-may-21_n_864507.html


Harold Camping: The Man Behind 'Judgment Day,' May 21, 2011

Behind thousands of “Judgment Day” billboards on rural highways and city skylines, responsible for a small army of volunteers traipsing across the country to warn that the world will end on May 21, is a frail, 89-year-old California multimillionaire who runs one of the largest Christian radio networks in the world.
Each day, Harold Camping’s slow and sonorous Bible readings and his Open Forum call-in show broadcast for hours from the Oakland, Calif. headquarters of Family Radio, where Christian gospel and shows with titles such as “Beyond Intelligent Design” and “Creation Moments” punctuate his words.
And while the retired civil engineer and former Sunday school teacher has been preaching the gospel for decades and talking about God’s wrathful plan for the past two years, recent times have brought him into the spotlight like never before.
In the last week, variations of “End of the World May 21st” and “Harold Camping” have remained among the top search terms on Google. On Thursday, the Centers for Disease Control released a mock guide to the “Zombie Apocalypse” on its web site that quickly went viral.
But "it’s no laughing matter," Camping told The Huffington Post. “It is not something where it's a tiny, tiny, tiny chance it may happen. It is going to happen.”
He and his fringe group of churchless followers believe that at 6 p.m. on Saturday, May 21, a massive earthquake will make its way around the earth, beginning in Fiji and New Zealand. Graves will open and two hundred million 'saved' individuals will float up to heaven. The doomed remainder will live on an unruly earth for five months before God annihilates it five months later.
Complex Biblical numerology partially based on a literal reading of the King James Bible and partially based and obscure interpretation of the book’s many symbols form the basis for Camping's warnings.
He says certain numbers repeat in the Bible along with particular themes. The number five means "atonement;" ten equals "completeness;" 17 is "heaven." Multiply those numbers by each other and multiply the result by itself. It equals 722,500.
"Christ hung on the cross April 1, 33 A.D.," he says. "Now go to April 1 of 2011 A.D., and that's 1,978 years."
If you multiply that number by 365.2422 -- the number of days in the solar calendar -- it equals 722,449. And if you add 51 (the number of days between April 1 and May 21) to that number, it equals 722,500.
It gets more confusing.
Camping also believes that May 21 marks the 7,000 anniversary of Noah's flood and the end of a 33-year-year period of Tribulation, during which he claims Satan has ruled churches. He points to the increasing acceptance of gay clergy, for example, or the rise in charismatic and Pentecostal movements as signs that churches have gone astray. To him, rituals such as baptism and confession are worthless.
He made a similar prediction in the 1990s but later said he didn't look close enough at the Book of Jeremiah. This time around, he’s absolutely certain.

Like many of those who follow his predictions, Camping wasn't always so radical.
Born in Colorado, he moved to California at an early age and, with a budding interest in math and science, trained as a civil engineer at the University of California-Berkeley in the in the early 1940s. During World War II, he worked as an engineer for Kaiser. Afterwards, he joined a small construction business in Oakland.
But he really shined in church.
At the First Christian Reformed Church of Alameda, Camping, his wife Shirley and seven kids were well-known for his popular Bible study class. Self-taught with no formal religious training, the charismatic Camping would read and dissect the Bible with an ease and depth that attracted dozens of students.

For much of the time since its humble founding in 1958 in San Francisco and its expansion over the decades, Family Radio largely preached a command brand of evangelism, featuring Bible readings, early American hymns and southern gospel along with programming from Protestant churches across the country. Some local stations played contemporary Christian music, and shows from socially conservative organizations such as Colorado Springs-based Focus on the Family were also syndicated.
By 1988, as Camping began quietly proclaiming a pending end of the world during his radio and Bible class lectures (he had no date yet), his church life and Family Radio changed drastically. In Alameda, church elders sternly told him to stop his predictions. Instead, he and 110 members of the church left to start their own congregation...

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

 

dinsdag 10-05-2011

Oog om oog…

Iemand rijdt een ander dood en krijgt 120 uur dienstverlening.
Een tweede maakt goede sier met de werkzaamheden of ideeën van een ander.
Een baas voert een functionerings- en beoordelingsgesprek met een werknemer en belooft hem gouden bergen. De schriftelijke vastlegging wordt door beide partijen ondertekend. Vervolgens gebeurt er niets en na maanden ‘bekent’ de werkgever, dat de papieren helaas niet (meer) in het dossier zitten.
Een echtgeno(o)t(e) blijkt al tijden vreemd te gaan.
Wat er in zulke situaties ontstaat is een groot gevoel van machteloosheid van het slachtoffer ten opzichte van de dader.
Dat is de bron voor allerlei gevoelens, waaronder die van wraak. Vooral het feit, dat iemand je iets aandoet, je ontkent als persoon, als wie je bent. Dat vraagt om vergelding. Zeker als het kwaad dat ons is aangedaan van dien aard is, dat we er fysiek of psychisch door getekend zijn. En we er dus steeds weer aan worden herinnerd.
Mogelijk zien we wraak dan als het enige dat ons ‘uit ons lijden kan verlossen’.
Maar “tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren”, aldus Elsschot in het prachtige gedicht ‘Het huwelijk’.
We zouden kunnen overwegen om de veroorzaker van het kwaad te vergeven. Misschien zelfs met het idee, dat God de zondaar uiteindelijk zal straffen. Een vorm van uitgestelde wraak.
Het 'oog om oog' principe is weer heel actueel. Bin Laden, de leider van terreurnetwerk al-Qaeda wordt door de Verenigde Staten verantwoordelijk gehouden voor de aanslagen op 11 september 2001, onder meer op de Twin Towers in New York. Daardoor kwamen bijna drieduizend mensen om het leven. De VS zochten al jaren naar Bin Laden en zijn er nu in geslaagd hem te doden. Wraak?
In een van de kranten stond met grote letters te lezen "Al-Qaeda bevestigt de dood van Bin Laden en roept op tot wraak."

Wraak is een thema, dat vaak voorkomt in romans. Van Vergilius’ Aeneïs en Wraak van Joost Niemöller tot  De Adderkluwen van Francois MauriacUnderground of Een held van onze tijd, geschreven door Vladimir Makanin. Vaak wordt ‘wraak’ verzachtend omschreven als ‘gerechtigheid’ of ‘vergelding’.

Wraak in religies
Abraham (Hebreeuws: Awraham, Arabisch: Ibrahim) is een man die voorkomt in de Tenach van de joden, de Bijbel van de christenen en de Koran van de moslims. In deze boeken wordt hij gezien als de aartsvader van het volk Israël en Arabieren in letterlijke zin, en van christenen en moslims in overdrachtelijke zin. Vandaar dat Jodendom, christendom en islam ook wel 'Abrahamitische religies' worden genoemd.

(Meer info over Abraham: http://nl.wikipedia.org/wiki/Abraham )

Ook de Abrahamitische religies hebben weinig moeite met wraak. In Exodus 20:22-23:33 vinden we een lange monoloog van de Heer, waarin hij via Mozes richtlijnen geeft aan het volk Israëls voor het leven in het beloofde land.
In 21:1-22:16 staan regels voor de samenleving. In dat kader wordt vanaf 21:22 een situatie geschetst, waarbij twee vechtende mannen een zwangere vrouw zo raken, dat zich een spontane abortus voordoet. In dat geval zou de benadeelde echtgenoot van die vrouw bij de rechter een financiële schadeclaim kunnen neerleggen. Hij, want hem wordt nageslacht ontnomen, wat in een patriarchale samenleving kennelijk zwaarder weegt dan het verlies dat een vrouw lijdt.
Daaraan wordt dan voor ander toegebracht lichamelijk letsel vanaf vs. 23 het recht van vergelding verbonden: leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, blaar voor blaar, wond voor wond, striem voor striem.
Voor deze vormen van letsel worden in het Hebreeuws gelijke woorden gebruikt als in het Lied van Lamech (Gen. 4:19-23): ‘ik sloeg een man dood om mijn wonde, een knaap om mijn striem’…. Dit bevestigt de indruk, dat deze rechtsregel de buitenproportionele wraak van Lamech wil terugbrengen tot een evenredige vergelding. Voor een leven mag niet meer dan één leven, voor de schade aan een oog niet meer dan één oog vergolden worden. Geen ongebreidelde wraak dus, maar een eerlijke schadeloosstelling. Wat hierbij van groot belang is, is het volgende: Eigenrichting is uitgesloten!

Hoe kijken we daar anno 2011 tegenaan? Vinden we dit principe van ‘oog om oog, tand om tand’ nog actueel, juist, rechtvaardig, menselijk?

Uiteraard tref je ook in de bijbel andere passages aan, zoals de volgende in Matteüs. “En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.  Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op.”
Tot zover het thema ‘oog om oog, …’ in de bovengenoemde religies.

Niet iedereen is religieus. Een leidraad is dan de wet, en/of het geweten. Ook zijn er andere voorbeelden dan God of Allah. Bijvoorbeeld de Boeddha.


Jokhang, Lhasa   © awagenvoorde

Dhammapada: Pāpavagga
Hoofdstuk 9, twee fragmenten 

Zoals een handelaar een gevaarlijk weg vermijdt,
Wanneer hij alleen met een kostbare vracht reist;
En zoals wie het leven liefheeft, vergif zal vermijden:
Op die manier dient men het kwade te vermijden.

Wanneer een hand geen wonden heeft,
Kan men er vergif in dragen:
Gif komt niet binnen daar waar geen wond is.
En er is geen kwaad voor wie het niet doet.

Alles gaat maar door. Een regering komt, een regering gaat. De ene oorlog eindigt, een andere begint. Er wordt nieuw gebouwd, en andere gebouwen worden opgeblazen, verdwijnen door een tyfoon of tsunami. Mensen trouwen en gaan scheiden. Het ene verlies leidt tot een verzoening, een ander verlies tot hebzucht en haat. De een ziet in dit alles de hand van een hoger wezen, dat wraak neemt. De ander noemt het karma, oorzaak en gevolg.

Misschien is in 2011 de beoefening van het Edele Achtvoudige Pad een goed en bruikbaar alternatief voor het ‘oog om oog’. Dit is het Boeddhistische pad naar verlichting, zoals voor het eerst geformuleerd door Shakyamuni Boeddha, in het jaar 589 jaar voor Christus, in het Hertenpark van Sarnath (bij Benares). Wraak of vergelding komen ‘op dat pad’ niet voor.

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----

 

zaterdag 23-04-2011

 Teruglopend kerkbezoek? Niet in The Crossing!


In berichtgeving over het kerkbezoek in Nederland  klinkt vaak door, dat het steeds moeilijker wordt om mensen nog te motiveren om naar de kerk te gaan. Veel gemeenten hebben te maken met terugloop van bezoekers en leden en sommige kerken sluiten daarom helemaal.
Zijn er te veel andere activiteiten en komt het kerkbezoek op de tweede, derde, vierde plaats? Of heeft het te maken met onze geïndividualiseerde samenleving, waarin sommigen misschien wel geloven, maar dan wel op hun eigen manier? En is een kerkbezoek daarvoor niet nodig.
Hoe belangrijk vinden kerken zelf, dat er een trouwe groep kerkgangers blijft? Hoe belangrijk vinden zij, dat bij speciale dagen de kerk vol zit?
Hoe belangrijk is het anno 2011 om het geloof en de geloofsbeleving uit te dragen of aan te wakkeren?

Een kerk in de buurt van Minneapolis, USA,  heeft daar een duidelijke mening over. Deze heeft een ongebruikelijke manier gevonden om nieuwe/meer mensen te verleiden om de dienst met Pasen te komen bijwonen. Omkoperij.
The Crossing, een kerk in Elk River, biedt iedereen die de Paasdienst bezoekt de kans om een 3D tv of een Nintendo 3DS te winnen. De dominee van deze kerk heeft geen gewetensbezwaren waar het gaat om het uitloven van prijzen, om te zorgen dat er meer mensen naar de kerk komen.
"I have no problem bribing people with crap in order to meet Christ," zo zegt hij.
Het schijnt overigens niet de eerste keer te zijn, dat The Crossing dit soort methodes gebruikt om meer kerkgangers aan te trekken. Vorig jaar schijnen er enkele auto’s weggegeven te zijn aan een paar geluksvogels die toen de Paasdienst bezochten.
De tactiek blijkt te werken. De kerk bestaat nu vijf jaar en het aantal bezoekers stijgt gestaag. The Crossing verwacht morgen meer dan 5000 mensen bij de Paasdienst te mogen begroeten.
Welke bijbeltekst is hier van toepassing? Heb uw naaste lief als uzelf?? (Marcus 12:28-31) Een gratis auto of tv, zeg nou zelf...

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES
 

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----


donderdag
21-04-2011

 Geloven in Nederland

Door de toenemende globalisatie en de instroom van mensen uit allerlei delen van de wereld komen we in toenemende mate in aanraking met allerlei vormen van religie. De tolerante Nederlander zou zich kunnen verheugen in deze bonte mengeling van mensen, opvattingen en religieuze uitingen. Niets blijkt de afgelopen jaren minder waar.
Het lijkt alsof we allemaal tegenover elkaar staan en de dialoog plaats moet maken voor betwisting van elkaars standpunten.
De termen joods-christelijke samenleving en islam domineren vele discussies en worden gebruikt om problemen te verklaren.
Voor zover mij bekend noemt op dit moment ruim 40% van de Nederlandse bevolking zichzelf christen en is 6% moslim. Er zijn meer boeddhisten in Nederland dan joden, maar de grootste groep is die zonder religie, bijna de helft van onze bevolking. Is de term ‘joods-christelijk’ nog wel van toepassing?
Het is bijna Goede Vrijdag, de dag waarop de christenen het lijden en de kruisiging van Jezus gedenken.
Op 8 april wordt in Japan in elke Boeddhistische tempel de geboorte van Boeddha herdacht. Hanamatsuri. Door zijn ervaringen begreep Shakyamuni wat de oorzaak van het lijden was, en hoe je dit kunt voorkomen, of oplossen.
We kunnen ons leven lang blijven zoeken naar dat wat ons ideaal lijkt, maar wat onbereikbaar blijkt. En dus lijden. We verlangen naar geluk, creëren ons eigen idee daarvan en streven dat geluk na. En alles wat ons geluk in de weg staat, vermijden we, of bestrijden we. We hebben simpele ‘geluksbeelden’, zoals het mooiste weekendje weg, de fijnste collega of leidinggevende, of idealen die wat ‘groter’ zijn, zoals ons ideale zelf, de ultieme baan of het perfecte leven. We zien de realiteit niet, omdat we onze idealen houden voor ‘de realiteit’. Als de werkelijkheid niet beantwoordt aan onze idealen, dan lijden we. Voor dit lijden zoeken we een zondebok. Het ligt aan de ander. We zijn ons helaas vaak niet bewust van de drijfveren die ons in hun macht hebben.
We zijn geen onafhankelijk wezen. Of het middelpunt waar de wereld om draait.
We denken dat onze denkbeelden ons in de juiste richting sturen, maar ze misleiden ons even zo vaak.
Ons leven hoeft niet anders te zijn dan het is. De andersdenkende hoeft zich niet aan te passen. We hoeven geen blokkades op te werpen of problemen te veroorzaken.
Levensadviezen van de Boeddha waren bijvoorbeeld om te leven zonder bezitsdrang, wreedheid, boosheid, om geen kwetsende taal te gebruiken en geen geweld jegens mens of dier. Wijze en bruikbare adviezen, ook in 2011.
Geloven we enkel in tegenstellingen? Of geloven we nog in een tolerant Nederland?

Fijne paasdagen.

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES
 

woensdag 06-04-2011

Religie en conflict 2.

De voordracht van Prof. dr. P.B. Cliteur is te lezen op de site van de RUG.
http://www.rug.nl/ggw/nieuws/110402ReferaatPaulCliteur.pdf

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES
 

dinsdag 05-04-2011

Religie en conflict.

De Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen organiseerde afgelopen zaterdag (2 april 2011) een publieksmiddag over Religie en Conflict. Deze middag was bedoeld voor een breed publiek.   Prof. dr. P.B. Cliteur  en Prof. Dr. R.R. Ganzevoort   hielden  interessante voordrachten. Ook het commentaar op de voordrachten, evenals de publieksdiscussie zorgden voor een boeiende middag. De vraag is, of deze materie inderdaad toegankelijk genoeg was voor een breed publiek.
Toen ik besloot om deze publieksmiddag te bezoeken was ik uitgegaan van de veronderstelling, dat de rol van meerdere religies zou worden behandeld en dat er – misschien voorzichtig – zou worden gekeken naar het ontstaan en de oplossing van conflicten die zich al enkele tijd in onze samenleving (en daarbuiten) voordoen. Nu ik op de publieksmiddag terugkijk moet ik bekennen, dat ik het grootste deel van de middag als theoretisch en wetenschappelijk heb ervaren. Dat had ik misschien ook moeten verwachten. De (joods-)christelijke traditie vormde de hoofdmoot.
Tot zover de publieksmiddag, waar ik met genoegen op terugkijk.

Op dezelfde dag gingen in Kandahar, Afghanistan, duizenden mensen de straat op om hun woede over de koranverbranding in de V.S. door (of onder leiding van) dominee Terry Jones te uiten. Er vielen twee doden. Een dag eerder waren er ook al VN-medewerkers vermoord, naar aanleiding van deze koranverbranding.
Religie en conflict.
Waarom verbrandde deze Amerikaanse dominee een heilige tekst van moslims, de koran? Wat beoogt hij ermee?
Ik ga er van uit dat hij een intelligent persoon is. Waarom gebruikt hij zijn intelligentie niet op een andere manier? Gaat het om media-aandacht? Wil hij de misverstanden en frustratie tussen de verschillende religies vergroten? Welk positief effect verwacht hij van zijn actie?
De reactie van de Afghanen is niet mals.
Ik vraag me af of dit nog valt onder een conflict over religie. De Afghanen hebben al hun leven lang te maken gehad met oorlog en geweld. Misschien is deze uiting veel meer een gevolg van al die ellende, dan van een koranverbranding.
Vroeg of laat sterven we allemaal. Het maakt niet uit of je arm of rijk bent, of je wetenschapper bent of analfabeet. Of je moslim bent, christen of jood. Het besef, dat we slechts een bepaalde periode 'tot onze beschikking' hebben, is bij de meeste mensen latent aanwezig. Deze periode, ons leven, willen we graag zo goed mogelijk doorbrengen. Eén van de voorwaarden hiervoor is, dat we in vrede kunnen leven. Dat is de Afghanen al decennia lang niet gegeven.

Naar aanleiding van de publieksmiddag van zaterdag vroeg ik me af wat het antwoord van de sprekers of het deskundige publiek op mijn vragen over bijvoorbeeld deze kwestie zou zijn, namelijk
1. Welke Bijbelpassage(s) rechtvaardigen of  sporen het aan om heilige geschriften van andere religies te verbranden?
2. Welke passage(s) uit de Koran rechtvaardigen, dat je vanwege dit feit willekeurige christenen mag vermoorden?
Hierbij dient overigens wel opgemerkt te worden, dat er  op de koranverbranding tot nu toe door de overgrote meerderheid van de moslims en de moslimlanden rustig is gereageerd.
Een belangrijke vraag is: Welke rol spelen religies, christendom en islam, in dit conflict? Maar een nog belangrijker vraag kan zijn: Hoe kan religie helpen om conflicten te voorkomen of op te lossen?

- Geplaatst door A.S. Wagenvoorde     0 reacties -

REACTIES


 

           -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----  TOP  -----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----*-----



Uw bijdragen voor religie en spiritualiteit zijn van harte welkom, via cedars@live.nl, o.v.v. 'religie'.