Kunst spreekt tot de verbeelding. Het is de uiting van een
bepaalde tijdgeest. In verschillende perioden en op
verschillende plaatsen heeft kunst een andere functie gehad.
De Europese cultuur steunt op de beschaving van de Grieken
en Romeinen. Al meer dan 2000 jaar herkennen we de invloed
van de klassieke oudheid. In bijvoorbeeld de wijsbegeerte en
democratie, maar zeker ook in de beeldhouw-, bouw- en
schilderkunst worden we vaak nog herinnerd aan de Grieken en
de Romeinen.
Deel 1. pelgrims en hun kerken
De periode van de ROMAANSE KUNST begon rond
500, toen het West-Romeinse Rijk instortte.
Vanaf 313 kregen de christenen toestemming om hun geloof in het openbaar
te belijden. Dat had grote gevolgen. De christenen mochten nu kerken
bouwen en daarin beelden plaatsen die nodig waren voor de eredienst.
Dat leidde in de bouwkunst tot de bouw van kerken en
kloosters, zoals de Paltzkapel in Aken en rond 900 van Cluny.
De beeldhouwkunst stond in dienst van het christelijke geloof. De
pelgrimstochten werden in de middeleeuwen erg populair en dat zorgde
niet alleen voor de bouw van vele kerken, maar ook voor fraai
beeldhouwwerk boven en naast de ingang. Zo konden de pelgrims als het
ware lezen over het leven van een heilige.
De schilderkunst stond voor een groot deel in dienst van de
architectuur. Zuilen en bogen werden beschilderd met decoratieve
patronen. Wanden werden gebruikt om geschilderde voorstellingen aan te
brengen, fresco's.
Daarnaast waren er ook andere kunstuitingen, in de vorm van bijv. goud-
en edelsmeedkunst en textiel(e kunst).
Deel 2. Gotiek, ca. 1200-1400
De GOTIEK dankt zijn naam aan Giorgio Vasari. Deze Italiaanse
renaissancekunstenaar bespotte de architectuur van de periode vóór 1500.
'Maniera dei Goti' noemde hij die, de stijl van de Goten. Oftewel van
barbaren , die geen greintje verstand hadden van échte architectuur,
volgens de klassieke proporties. Maar was deze architectuur wel
minderwaardig?
West-Europa had het ineenstorten van het Romeinse Rijk achter zich
gelaten, evenals de grote volksverhuizing. Het christendom had rust
gegeven en werd een bron van inspiratie. De contacten tussen kloosters,
evenals de pelgrimstochten, brachten de mensen nader tot elkaar.
Terwijl de adel aan macht inboette, bloeide de handel en kwamen er rijke
steden. De behoefte aan kerken nam toe.
In dit tweede deel zien we welke gevolgen dit heeft voor de bouw-, de
beeldhouw- en de schilderkunst.
Deze lezing maakt onderdeel uit van een serie van 6 lessen
(Kunst van de Westerse Wereld I), die u een
chronologisch overzicht biedt van de westerse
kunstgeschiedenis van de Griekse Oudheid t/m het
Neoclassicisme (ca. 1750-1800), waarin de klassieke oudheid
sterk wordt nagevolgd.
In Kunst van de Westerse Wereld II wordt in 6 lessen
de 19e en 20e eeuw worden behandeld.
Te beginnen bij de Romantiek (ca. 1800) en gevolgd door vele
interessante stromingen, zoals Impressionisme, Symbolisme,
Kubisme, Surrealisme en Popart.
Alle lezingen uit deze kunstgeschiedenisseries kunnen los
worden geboekt.
(Kosten: €140.00 per lezing + reiskosten, € 0,25 p/km)
naar les 4. De Renaissance
********************************************************************************
Zoals bij alle Cedarlezingen maken we gebruik van een
powerpointpresentatie.
Overige gegevens, evenals andere lezingen, vindt u
HIER.
Informatie en boekingen via:
cedars.educatie@live.nl
|