Kunst spreekt tot de verbeelding. Het is de uiting van een
bepaalde tijdgeest. In verschillende perioden en op
verschillende plaatsen heeft kunst een andere functie gehad.
De Europese cultuur steunt op de beschaving van de Grieken
en Romeinen. Al meer dan 2000 jaar herkennen we de invloed
van de klassieke oudheid. In bijvoorbeeld de wijsbegeerte en
democratie, maar zeker ook in de beeldhouw-, bouw- en
schilderkunst worden we vaak nog herinnerd aan de Grieken en
de Romeinen.
De overgang van renaissance naar BAROK
voltrok zich in Italië omstreeks het midden van de 16de eeuw. Andere
landen volgden. In Frankrijk halverwege de 17de eeuw en in Duitsland en
Nederland in de tweede helft van die eeuw.
In de renaissance had men naar harmonie gestreefd. In de barok ging het
uiterlijke, het indrukwekkende steeds meer overheersen. Een oorzaak van
deze overgang lag in 'de kerk'. In het begin van de 16de eeuw kwam de
Protestantse Reformatie op gang. Maarten Luther hing zijn stellingen op
aan de Slotkerk in Wittenberg en klaagde het machtsmisbruik binnen de
Rooms-katholieke kerk aan. Dit hield West-Europa een tijdlang in zijn
greep en had uiteraard zijn weerslag op de rooms-katholieke kerk. Op de
reformatie volgde een contrareformatie. De barok werd een kunstuiting,
waarmee men het volk weer probeerde te boeien en terugleiden naar het
katholieke geloof. Er werden grote kerken gebouwd met geweldige
beeldengroepen en geschilderde plafonds.
Uiteraard is de barok niet enkel 'de kunst van de contrareformatie',
maar er is wel een verband tussen die twee.
Een typisch voorbeeld van de barokke bouwkunst is de St. Pieter
in Rome.
Prachtige barokpaleizen uit het 18e-eeuwse Duitsland zijn o.a. te vinden
in Dresden, München en Potsdam.
Zwevende engelen, gebeeldhouwde zonnestralen en uitbeeldingen van
heftige emoties waren kenmerkend voor de beeldhouwkunst uit de
barok. De belangrijkste beeldhouwer in Italië was Bernini. Twee namen
uit het noorden van Europa waren Permoser in Duitsland en Rombout
Verhulst in de Noordelijke Nederlanden.
In deze lezing wordt er ruim aandacht besteed aan de schilderkunst.
Een van de beroemdste barokschilders was Peter Paul Rubens. In zijn
schilderijen zien we weelde en overdaad. Hij heeft veel werk nagelaten,
waaronder prachtige naakten. Maar aan talrijke werken heeft hij zelf
nauwelijks geschilderd. Hij adviseerde de leerlingen in zijn atelier hoe
ze te werk moesten gaan.
De Franse schilders Poussin en Lorrain waren belangrijke
vertegenwoordigers van het Franse Classicisme, ook wel de klassieke
barok genoemd.
In de Noordelijke Nederlanden heeft de barok niet zo'n grote invloed
gehad. Stadsgezichten, interieurs, portretten en schuttersstukken, dat
waren de onderwerpen waarmee 17e-eeuwse Noord-Nederlandse schilders als
Jan Steen, Gerard Dou en Pieter de Hoogh naam maakten. De grootste
meester van deze tijd was echter Rembrandt.
Deze lezing maakt onderdeel uit van een serie van
6 lessen
(Kunst van de Westerse Wereld I), die u een
chronologisch overzicht biedt van de westerse
kunstgeschiedenis van de Griekse Oudheid t/m het Neo-classicisme (ca. 1750-1800), waarin de klassieke oudheid
sterk wordt nagevolgd.
Sinds augustus 2016 is er eveneens een serie Kunst van de Westerse Wereld II, waarin in
6 lessen
de 19e en 20e eeuw worden behandeld.
Te beginnen bij de Romantiek (ca. 1800) en gevolgd door vele
interessante stromingen, zoals Impressionisme, Symbolisme,
Kubisme, Surrealisme en Popart.
Alle lezingen uit deze kunstgeschiedenisseries kunnen los
worden geboekt.
(Kosten: €140.00 per lezing + reiskosten, € 0,25 p/km)
naar
les 6. Neoclassicisme
********************************************************************************
Zoals bij alle Cedarlezingen maken we gebruik van een
powerpointpresentatie.
Overige gegevens, evenals andere lezingen, vindt u
HIER.
Informatie en boekingen via:
cedars.educatie@live.nl
|