Kunst spreekt tot de verbeelding. Het is de uiting van een
bepaalde tijdgeest. In verschillende perioden en op
verschillende plaatsen heeft kunst een andere functie gehad.
De Europese cultuur steunt op de beschaving van de Grieken
en Romeinen. Al meer dan 2000 jaar herkennen we de invloed
van de klassieke oudheid. In bijvoorbeeld de wijsbegeerte en
democratie, maar zeker ook in de beeldhouw-, bouw- en
schilderkunst worden we vaak nog herinnerd aan de Grieken en
de Romeinen.
Romantiek
Met deze lezing staan we aan het begin van de moderne kunst. We kijken
nu voornamelijk naar de ontwikkelingen in de schilderkunst, tussen ca.
1800 en 1880. Bij schilders als de Spanjaard Francisco José De Goya y
Lucientes (Goya) en de Engelsman William Blake zien we al vóór 1800 een
grote verandering in de kunst ontstaan. Dit is een gevolg van het
gegeven, dat deze kunstenaars de verbeelding en emoties belangrijker
gaan vinden dan de rede. Deze tendens zet zich voort in de 19de eeuw.
In Engeland bracht dit enkele grote romantische schilders voort, zoals
Joseph Mallord William Turner. Turner is nog steeds beroemd vanwege zijn
landschappen en zeestukken.
Realisme
De invloed van de Romantiek verminderde rond 1850.
De realiteit van alledag en de waarneming daarvan kwamen centraal te
staan in de beeldende kunst.
We zien dan bijvoorbeeld een groep schilders naar Barbizon trekken om
daar het leven van de gewone man en het landschap te gaan schilderen.
Bij hen ging het er om, de alledaagse werkelijkheid af te beelden zoals
hij was. Bekende voorbeelden zijn Jean-François Millet en Gustave
Courbet.
Dezelfde onvrede die de Franse kunstenaars naar het realisme had
gedreven, deed zich ook in Engeland voor. Bij de Prerafaelitische
Broederschap. John Everett Millais is één van de oprichters van de
Broederschap en was tijdens zijn leven een van de meest succesvolle
schilders van het Victoriaans Groot-Brittannië. Maar ook nu nog kennen
velen zijn werken, zoals bijv. 'Ophelia'.
J.W. Waterhouse werd (en wordt) alom gewaardeerd voor zijn geladen
afbeeldingen van vrouwen. Hij gebruikte werken van schrijvers als
Ovidius,
Keats,
Boccaccio,
Shakespeare,
Tennyson en
Dante als
inspiratiebron.
De Prerafaelitische broederschap werd opgevolgd door de Aesthetic Movement.
Deze lezing maakt onderdeel uit van een serie van 6 lessen
(Kunst van de Westerse Wereld II), die u een
chronologisch overzicht biedt van de westerse
kunstgeschiedenis van de 19de en 20e eeuw.
Te beginnen bij de Romantiek (ca. 1800) en gevolgd door vele
interessante stromingen, zoals Impressionisme, Symbolisme,
Kubisme, Surrealisme en Popart.
Alle lezingen uit deze kunstgeschiedenisseries kunnen los
worden geboekt.
(Kosten: €140.00 per lezing + reiskosten, € 0,25 p/km)
naar les 8.
1870-1910
(Post)Impressionisme, Art Nouveau
********************************************************************************
Zoals bij alle Cedarlezingen maken we gebruik van een
powerpointpresentatie.
Overige gegevens, evenals andere lezingen, vindt u
HIER.
Informatie en boekingen via:
cedars.educatie@live.nl
|