Kunst spreekt tot de verbeelding. Het is de uiting van een
bepaalde tijdgeest. In verschillende perioden en op
verschillende plaatsen heeft kunst een andere functie gehad.
De Europese cultuur steunt op de beschaving van de Grieken
en Romeinen. Al meer dan 2000 jaar herkennen we de invloed
van de klassieke oudheid. In bijvoorbeeld de wijsbegeerte en
democratie, maar zeker ook in de beeldhouw-, bouw- en
schilderkunst worden we vaak nog herinnerd aan de Grieken en
de Romeinen.
Het lijkt alsof de kunst nu in een stroomversnelling raakt. In een
betrekkelijk korte periode zien we gelijktijdig diverse stromingen ontstaan,
die soms maar enkele jaren stand houden. In deze lezing besteden we
vooral aandacht aan wat er tussen 1900 en 1918 gebeurde.
Het Expressionisme begon in Duitsland, in kunstenaarsbewegingen zoals
Die Brücke (Dresden, 1905) en Der Blaue Reiter. Het draaide om de individuele,
subjectieve expressie. De kunstenaars gebruikten felle, niet natuurlijke
kleuren. Bij Die Brücke wilden kunstenaars als Kirchner en Nolde hun
emoties neerzetten op het doek.
Ondertussen zetten de kunstenaars van Der Blaue Reiter de kunstwereld
van München op zijn kop. Kandinsky, Münter, Klee en Kokoschka zijn een
aantal van de grote namen van deze kleurrijke kunstenaarsbeweging.
Bij het Kubisme staan we uitgebreid stil bij
Braque en Picasso.
De opkomst van het Nieuwe Bouwen en de Woningwet
van 1901 zorgden aan het begin van de 20ste eeuw voor betere huisvesting
van de arbeiders. Voeg daarbij een aantal bevlogen architecten, zoals
Michel de Klerk, dan zijn alle ingrediënten aanwezig, die ervoor zorgden
dat in deze tijd in Amsterdam een bijzonder fraaie arbeiderswijk
werd gebouwd; De Spaarndammerbuurt. Deze buurt is gebouwd in de stijl
van de Amsterdamse School. De kunstenaars van de Amsterdamse
School deden echter meer: Ze zorgden ook dat de binnenzijde van de
huizen aantrekkelijk werd en ontwierpen lampen, klokken, meubels en
textiel.
Verder besteden we aandacht aan De Stijl, een Nederlandse
kunstbeweging, met grote namen als Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en
Gerrit Rietveld. En aan het Bauhaus, een opleiding voor beeldende
kunstenaars, ambachtslieden en architecten, die van 1919 tot 1932 eerst
in Weimar en later in Dessau gevestigd was.
Deze lezing maakt onderdeel uit van een serie van 6 lessen
(Kunst van de Westerse Wereld II), die u een
chronologisch overzicht biedt van de westerse
kunstgeschiedenis van de 19de en 20e eeuw.
Te beginnen bij de Romantiek (ca. 1800) en gevolgd door vele
interessante stromingen, zoals Impressionisme, Symbolisme,
Kubisme, Surrealisme en Popart.
Alle lezingen uit deze kunstgeschiedenisseries kunnen los
worden geboekt.
(Kosten: €140.00 per lezing + reiskosten, € 0,25 p/km)
naar les 10.
Modernisme, ca. 1900-1960
********************************************************************************
Zoals bij alle Cedarlezingen maken we gebruik van een
powerpointpresentatie.
Overige gegevens, evenals andere lezingen, vindt u
HIER.
Informatie en boekingen via:
cedars.educatie@live.nl
|