Cedar Gallery


Home  |  Cedar info  |   Nieuws   |  Lezingen |  Contact | Engels

 

Kunstenaars

Architectuur

Boeken

Fotografie

Letters

Schilderijen

Bomen

Religie

Thema's

China

Japan

Rusland

 

 

                                                                                                                                                                      

                                                                                                                                                                               

MOSCOW
 

begrippen iconografie  -  iconen  -  literatuur  -  schilderkunst  -  schilderkunst 1910-1925

Schilderkunst

De verspreiding van het christendom over een enorm land als Rusland verliep langzaam. Overal waren nog allerlei volksgeloven of, zoals men ze ook wel noemt, heidense tradities levend.
De opkomst van het christendom, rond 988, had veel invloed op de kunst. Kerk en iconen zijn sterk met elkaar verbonden en maken een wezenlijk onderdeel uit van Rusland.
Tot het begin van de 18de eeuw was er geen plaats voor enige andere kunst dan de volkskunst en de kerkelijke kunst.
De Russische cultuur was in de middeleeuwen door en door religieus.
Terwijl tsaar Peter de Grote druk doende was met het bouwen van paleizen naar westers voorbeeld, bleef men in Rusland ook doorgaan met het bouwen van kerken. Wel veranderde het uiterlijk van de kerken enigszins. Kathedralen werden verbouwd, er verschenen nieuwe gebouwen in barokke of classicistische stijl. Ook in de interieurs trad er een verandering op. Tot nu toe sierden immers de traditionele iconen de kerk; nu verschenen er ook schilderijen naar Bijbelse thema's, die door professionele schilders werden gemaakt. En de iconen, die er nog hingen, waren tamelijk donker geworden. De oorspronkelijke schildering werd daardoor onduidelijk. Deze iconen werden overgeschilderd. Daarnaast werd het een gewoonte om iconen te voorzien van kostbaar metaal, zodat er van de oorspronkelijke afbeelding weinig te zien bleef. 
In het midden van de 18de eeuw werd in St.-Petersburg de Academie voor kunsten geopend. Net als op de westerse academies werd het historische genre leidend. Onderwerpen uit het Oude en Nieuwe Testament en mythologische onderwerpen genoten aanzien.
Uiteraard werd er vanaf de negentiende eeuw meer gereisd en namen Russische kunstenaar kennis van wat er in het westen zoal plaatsvond op kunstgebied. Sommige waren in Italië geweest  en kenden de katholieke kunst van Middeleeuwen, Renaissance en Barok. Anderen woonden een tijdje in Parijs of Amsterdam en maakten kennis met impressionistisch werk, maar ook met oude Hollandse meesters. Wanneer ze naar hun vaderland terugkeerden, introduceerden ze daar elementen van de kunst die hun aandacht had getrokken.
De Academie leidde tot sterke reglementering. Schetsen en studies voor de uitvoering van een schilderij moesten van te voren door de Academie  worden beoordeeld. En soms, als het om opdrachten voor  de tsaar ging, door ambtenaren van het hof.
In het midden van de negentiende eeuw ontstond in Rusland  een hernieuwde belangstelling voor de eigen geschiedenis. Dit leidde ertoe dat oude kathedralen werden gerestaureerd en fresco's werden gereinigd. Ook begon men met het schoonmaken van oude iconen. Dit leidde tot een ware wedergeboorte van de oude Russische kunst. De Academie der Schone Kunsten en het Russisch Museum kregen belangrijke icoonverzamelingen. Iconen waren namelijk niet langer enkel een symbool van het religieuze leven, maar werden nu - terecht - als ware kunstwerken beschouwd. De wereld nam er kennis van en zag, dat deze oude kunst uit Rusland niet onderdeed voor die uit Italië uit de vroege renaissance.

CEDARLEZING over Kunst in Moskou (o.a. iconen), klik HIER
 

 Iconen
 

Our Lady of Vladimir  (Theotokos)
1100-1130

Constantinopel

De Tretjakov galerij heeft deze icoon in 1930 van het Historisch Museum gekregen

The Holy Face  (Mandalyon)
1150-1190

Novgorod

Tretyakov Galerie, Moskou

Op de achterkant staat 'The Adoration to the Cross'.

Saints Boris and Gleb on Horseback
1350-1390

Pskov

Tretyakov Galerie, Moskou

In de rechterbovenhoek staat Christus afgebeeld, die de beide mannen zegent.

The Protection of the Mother of God
1400-1450

Novgorod

Tretyakov Galerie, Moskou

Dit is een mooie illustratie van de Novgorod School uit de 15de eeuw, afkomstig uit de verzameling van Abram Morozov (vader van Ivan Morozov, die veel impressionistisch werk verzamelde).

The tree of the Moscow State:
The adoration of Our Lady of Vladimir, 1668
Simon Ushakov (1626-1686)

In deze tijd werden iconenschilders en vaklui op het Kremlin ontboden om te tonen wat ze konden en aangesteld om voor de tsaar en de patriarchen te gaan werken. Een van hen was Simon Ushakov, een icoonschilder, leraar en geleerde.
Hij schilderde hier niet alleen 'Our Lady of Vladimir', maar tevens de hele Russische geschiedenis, met een stam die ontspruit aan het Kremlin. Aan de takken zijn medaillons te zien met prinsen, tsaren en patriarchen.

Our Lady of the Holy Well
17de eeuw

Dit onderwerp werd populair in de tijd van Patriarch Nikon.
Vóór Maria zien we de bron, met daaromheen tsaren, tsarina's en hun kinderen, evenals patriarchen. Zij zoeken genezing bij de bron. Helemaal op de voorgrond zitten en liggen zieken.

Het Griekse woord 'eikon', waarvan het woord icoon is afgeleid, betekent beeltenis. Een icoon is een beeld van Christus, Maria, een heilige of engel of het geeft een bijbels verhaal weer. Men vond dat de bezwaren die in het Oude Testament werden aangevoerd tegen afbeeldingen van God niet golden voor iconen: Iconen verbeelden immers niet God zelf, maar dat deel van zijn wezen dat mens is geworden.
Ook in de hedendaagse orthodoxe kerk nemen iconen een belangrijke plaats in. De afscheiding tussen de altaarruimte en het schip bestaat uit een iconenwand, een iconostase.
(zie ook: religie)


Iconostase Novodevitsjiklooster, Moskou
 

- - - - - - - - - - - - - - - TOP - - - - - - - - - - - - - - -

 

Enkele begrippen met betrekking tot de iconografie, in alfabetische volgorde

Annunciatie
De verkondiging aan Maria wordt vaak afgebeeld op iconen. Voor de tekst, zie Lucas 1:28-38 (Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ [29] Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. [30] Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. [31] Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Etc. Nieuwe Bijbelvertaling)
Deze tekst hebben iconenschilders meermaals en nauwgezet in beelden vertaald. In het middelpunt van de uitbeelding op iconen staat de Moeder Gods en tegenover haar de aartsengel Gabriël.
Sinds het jaar 431 is deze gebeurtenis een feestdag. Maria werd in dat jaar door het concilie van Efeze als moeder van God erkend. In Rusland wordt Maria Boodschap (op 25 maart) gevierd door in kooien opgesloten vogels de vrijheid te geven.

Apocalyps
Voorstellingen die gaan over het einde der wereld.

Openbaring aan Johannes

De Openbaring, door Jezus Christus aan zijn gezant Johannes, en door deze opgeschreven, is het laatste boek van de Bijbel. Het beschrijft het einde van 'de eerste dingen' (Opb. 21:4), die in Genesis, het eerste bijbelboek, begonnen.

Schrijver, adressering en datering
De schrijver noemt enkele malen zijn naam: Johannes 1:1, 4, 9 en 22:8.  Omdat de stijl van Openbaring sterk afwijkend is van de schrijfstijl van het evangelie en de brieven van Johannes, zijn theologen ertoe gekomen aan te nemen dat Openbaring door iemand anders moet zijn geschreven. Toch heeft een groot deel van de christelijke schrijvers uit de eerste eeuwen na Christus altijd aangenomen dat de apostel Johannes de schrijver was van dit boek. Dat het taalgebruik sterk afwijkt is te danken aan de inhoud van het boek dat nauw aansluit bij de stijl van de oudtestamentische profeten.
Het boek is duidelijk geschreven in de periode van vervolgingen (1:9; 2:10, 3.) We moeten dan denken aan de periode onder keizer Nero, ca. 65 na Christus of de tijd van keizer Domitianus, ca. 95 na Christus. Volgens de oudste overleveringen schreef Johannes op hoge leeftijd, dus tijdens deze laatste periode van vervolging zijn boek. Ook de meeste hedendaagse onderzoekers gaan van die veronderstelling uit.
Het boek is gericht aan zeven gemeenten in Klein-Azië (het huidige Turkije). Deze gemeenten hadden het in die periode niet gemakkelijk, omdat ze weigerden deel te nemen aan de cultische verering van de Romeinse Keizer.

De aard van het boek
Openbaring wordt wel genoemd het meest moeilijk te interpreteren bijbelboek. Hoewel er een speciale zegen wordt beloofd aan de lezers ervan (1:3) is het boek Openbaring toch vaak een minder gelezen en geliefd boek. Overigens niet verwonderlijk, want dit boek gaat over de uiteindelijke val en het oordeel over de satan en zijn engelen, dus is satan er veel aan gelegen Openbaring tot een gesloten boek te maken, dit in tegenstelling tot de naam "openbaring."

Bron: http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Openbaring_aan_Johannes

Het geloof van de vroege christenen die leefden onder vervolgingen, ging niet verloren. Integendeel, het werd gesterkt door het geloof in een tweede komst van Christus op aarde. Dit geloof werd in de Apocalyps van Johannes vastgelegd, waarin hij de visioenen beschreef die hij zag op het eiland Patmos. Het is een allegorische vertelling van de vernietiging van het kwaad, het neerslaan van satan, en de vestiging van het koninkrijk  van God op aarde..
Deze teksten vormden een belangrijke bron voor iconenschilders.

Apocrief
Dit is de naam die gebruikt wordt voor teksten van onbekende herkomst. Apocrief is afkomstig van het Griekse woord voor verborgen of geheim.
Het is een term waarmee bepaalde boeken worden aangeduid die aanvankelijk door sommigen als onderdeel van het Oude Testament van de Bijbel werden beschouwd, maar uiteindelijk niet in de canon van de Bijbel zijn opgenomen. We kennen Apocriefen van het Oude Testament en Apocriefen van het Nieuwe Testament.
Het zijn legendarische verhalen over Jezus, Maria en de Apostelen.
Zo zijn er bijvoorbeeld een evangelie van de pseudo-Matteus en het evangelie van Nicodemus, die een mooie bron vormden voor de iconografie van de geboorte en wederopstanding van Christus en de jeugd en het sterven van Maria.

Apostel
Christus omringde zich met twaalf leerlingen.
Hoewel de namen niet altijd eenduidig zijn, is het getal twaalf wel uitermate belangrijk. Het getal twaalf heeft een grote symbolische waarde.
Dat wordt wel als volgt verklaard. In het boek Jona wordt 12 als getal van volmaaktheid aangehaald in hoofdstuk 4 vers 11: "En zou Ik dan niet begaan zijn met Nineve, de grote stad, waar zoveel mensen wonen, meer dan twaalf tienduizendtallen mensen, die het verschil tussen hun rechterhand en hun linkerhand niet weten, en ook nog zoveel dieren?" Het getal 12 als het getal van perfectie vermenigvuldigd met 10000 (in het Hebreeuws het hoogste getal met een eigennaam, dus te interpreteren als volledigheid) duidt dus op de mensheid. Dit wijst dan weer op het universalisme van de schrijver en Gods macht.
In de Bijbel tref je het getal twaalf op vele plaatsen aan. Israël bestond bijvoorbeeld uit twaalf stammen.
In Openbaring 21:12-27 staat o.a.
12 Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen. 13 Vanuit het oosten gezien waren er drie poorten, vanuit het noorden drie, vanuit het zuiden drie en vanuit het westen drie. 14 De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam. 15 Degene die met mij sprak had een gouden meetstok om daarmee de stad, de poorten en de muur op te meten. 16 De stad was vierkant, even lang als breed. Hij mat de stad met zijn meetstok: twaalfduizend stadie, zowel in de lengte als in de breedte en in de hoogte. 
...
Twaalf jaar is de afsluiting van de kindertijd bij de joden. Enz.
De namen van de twaalf apostelen komen echter niet altijd overeen, het aantal van twaalf wel.
Zowel in de portretschilderkunst van de oudheid als in de orthodoxe iconenkunst worden de apostelen vaak afgebeeld. In de iconenkunst hadden de apostelen geen eigen attribuut, met uitzondering van Petrus, die meestal twee sleutels in de hand houdt.
Als Judas Iskariot op iconen wordt afgebeeld verschilt hij in niets van de andere apostelen, behalve dat hij geen aureool heeft.

Apotheose
Apotheose was "de verheffing van de mens tot god". Dit ging meestal om een keizer. De overledene werd bij zijn apotheose ten hemel gedragen door gevleugelde wezens.
In de christelijke kunst komen afbeeldingen van de apotheose eveneens voor; met name in afbeeldingen van de Hemelvaart van Christus werd deze iconografie overgenomen. In dit geval zijn de 'gevleugelde wezens' engelen, die Christus begeleiden op weg naar de hemel. Ook afbeeldingen van andere christelijke figuren die naar de hemel worden begeleid, komen voor.
Dit is een mooi voorbeeld van de beïnvloeding van de christelijke kunst door de keizerlijke profane kunst.


De hemelvaart van Maria Magdalena, ca 1510
Donauschool

- - - - - - - - - - - - - - - TOP - - - - - - - - - - - - - - -

Artemius van Verkola
De heilige Artemius van Verkola, het rechtvaardige wonderkind,  leefde in het Rusland uit de 16de eeuw. Volgens de overlevering werd hij in 1532 geboren.
Hij was pas 12 jaar oud en bewerkte het land, toen hij dodelijk werd getroffen door de bliksem.  Omdat St. Artemius door de bliksem werd gedood, geloofden de mensen in eerste instantie dat dit het gevolg was van God’s oordeel over hem. Hij werd daarom niet begraven, maar de mensen legden zijn dode lichaam in het bos neer.
De jongeman had echter een zeer vroom leven geleid. Daarom nam een engel zijn lichaam op en bracht het naar de hemel.
Enkele jaren later zag iemand uit het dorp een licht schijnen op de plaats, waar de dorpelingen Artemius hadden neergelegd. Daar troffen ze zijn ongeschonden lichaam aan.
In 1577 werden zijn relieken naar de kerk van St. Nicolaas gebracht. Vervolgens vonden er veel wonderen plaats en werd menigeen van zijn kwalen genezen.
In 1640 werd Artemius heilig verklaard.  Zijn feestdag wordt gevierd op zijn sterfdatum, 23 juni, evenals op 20 oktober.
In 1648 werd in opdracht van tsaar Alexis Mikhailovich het St. Artemius van Verkola klooster gebouwd. En de relieken van de heilige werden naar dit klooster overgebracht.
Helaas toonden de Sovjets weinig respect voor de heilige in het klooster. Zij gooiden de relieken in een put.
Op iconen wordt Artemius afgebeeld als een jongeling met een bloeiend twijgje in de hand, als symbool van de kinderlijke zuiverheid. Vaak zijn er ook scènes uit zijn leven afgebeeld.


Artemius van Verkola, ca. 1600

Troparion  

By the command of the Most High, the sky was darkened with rain clouds,
lightning flashed, threat'ning thunder clashed,
and you gave up your soul into the hands of the Lord, O Artemius most wise.
Now as you stand before the Throne of the Lord of All,
you grant healing unfailingly to those who come to you with faith and love,
and you pray to Christ our God that our souls may be saved.

Door het bevel van de Allerhoogste, werd de hemel verduisterd met regenwolken,
bliksems flitsten, er was dreigend geluid van donder,
en u  legde uw ziel in de handen van de Heer, O Artemius zo wijs.
Nu u voor de troon van de Heer der heerscharen staat​​,
Verleent u onfeilbaar genezing aan hen die tot u komen met geloof en liefde,
en u bidt tot Christus onze God, dat onze zielen gered mogen worden.


vertaling: A.S. Wagenvoorde

Meer Russische heiligen, zie 'religie in Rusland'
 

Bladgoud en bladzilver
Een dun blaadje goud of zilver, waarmee de achtergrond van een icoon wordt bekleed of waarmee bepaalde figuren in de voorstelling een accent krijgen.

    
Novodevitsjiklooster Moskou ©wagenvoorde
 

Blauw/kleuren
D
e kleuren op de Russische iconen zijn vaak wat zachter en minder uitbundig dan die op de Griekse iconen. Het zijn gedekte, ingehouden kleuren. Sommige iconen zijn bijna in één kleur uitgevoerd.
De kleuren hebben ook een bepaalde betekenis. Zo is blauw de kleur van 'het geheim van het zijn', symbool van het paradijs en van de hoop op onsterfelijkheid.
De blauwe kleur van de mantel van Christus verwijst naar zijn menselijke natuur. Het rood van zijn onderkleed verwijst naar de goddelijke natuur.
Bij Maria is dat andersom. Zij wordt vaak afgebeeld met een blauwe mantel en een witte hoofddoek. Wit is de kleur van het licht en verwijst naar onschuld en maagdelijkheid. Blauw is de kleur van de hemel en verijst naar reinheid en zondeloosheid.  Er wordt echter ook welgezegd, dat de blauwe mantel verwijst naar de tijd dat maria op aarde was. Wanneer ze een wit kleed draagt, duidt het op een verschijning.
 

Cherubijn
Een cherubijn is een engel die behoort bij de eerste triade, waarin ook de serafijnen en de tronen zijn ondergebracht.
Een (goden)triade, trias, triniteit of drie-eenheid is een groep van drie nauw bij elkaar horende goden, bijvoorbeeld de drie belangrijkste goden van een bepaald centrum. Deze drie-eenheid kon drie hoofdaspecten van een uniek principe weergeven (bijvoorbeeld scheppend-instandhoudend-vernietigend), een familiale verhouding (bijvoorbeeld vader-moeder-kind), of een functionele samenhang weerspiegelen (bijvoorbeeld zon-maan-morgenster), maar ook bestaan uit verschillende goden die in feite weinig met elkaar te maken hadden. Soms fungeert een van de drie goden als hoofdgod, of zelfs als al-god.

De heilige drie-eenheid of triniteit van het christendom wordt door christenen strikt genomen niet als een triade gezien, omdat het daar gaat om drie Personen: Vader, Zoon en Heilige Geest, die behoren tot één goddelijk Wezen.


The Holy Trinity, 1425-1427
Andrei Rublev

Op deze Russische icoon laat Rublev ons drie engelen zien, zittend aan een tafel. De icoon is te zien in de Tretjakov Galerij in Moskou.

De triade waartoe de cherubijn behoort staat het dichtst bij God; zij behoren als het ware tot de vaste staf rond God's troon. De cherubijnen bekleden de tweede rang na de serafijnen en worden afgebeeld als een hoofd met vier of zes vleugels; als zodanig zijn zij niet te onderscheiden van de serafijnen. Cherubijnen zijn vaak blauw of geel.


Zie o.a. Ezechiël 1: 4-12  en  Apocalyps 4: 7-8)

Het is ook een cherubijn die de Hof van Eden 'met een vlammend zwaard' bewaakt nadat Adam en Eva daaruit waren verjaagd.
De huidige mening van Protestantse geleerden is dat Cherubijnen alleen symbolische voorstellingen zijn van abstracte ideeën, maar de Rooms-katholieke Kerk meent dat er daadwerkelijk wezens bestaan die overeenkomen met Cherubijnen. Het is ook duidelijk dat de Joden in ieder geval vanaf 200 v. Chr. cherubijnen als echte engelen zagen.


Verdrijving uit het paradijs, ca. 1650
Cornelis van Poelenburch


Christus Pantokrator
Christus wordt als Pantocrator (al-beheerser), frontaal weergegeven, met een open of gesloten Evangelieboek in de linkerhand. Met de rechterhand maakt hij een zegenend of vermanend gebaar. De pink en de ringvinger raken de duim, de wijsvinger en de middelvinger zijn licht gekromd in een V. Dit wordt ook het gebaar van de leraar genoemd.
De voorstelling van de Pantocrator is erg populair: zij komt voor in de centrale koepel van bijna alle Oosters-orthodoxe Kerken en in de iconostase-wanden van deze kerken.



Het open evangelieboek laat meestal de tekst lezen "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven" (Johannes 14:6)


Draak
De vroege christenen verbonden de draak (Openbaring 20:2) met de christenvervolgingen tijdens de heerschappij van keizer Domitianus. De draak werd het symbool van de antichrist, van ongeloof en ketterij.


Wapen van Moskou

Soldatenheiligen redden en bevrijdden de mensen door te paard de draak te verslaan.
De meest populaire drakendoders zijn St. Joris en Theodorus Stratilates. Sint Joris staat in Rusland bekend als  Svjatoj Georgij.

Sint-Joris en de draak
Sint-Joris wordt traditioneel afgebeeld met een draak, die hij volgens de overlevering zou hebben gedood. De draak staat hierbij symbool voor het heidendom. Het verslaan van de draak symboliseert de bekering van een heidens land of stad tot het christendom.
Omdat het oorspronkelijke verhaal verloren is gegaan, werden mythen uit de Oudheid in het verhaal geïntegreerd. Zo heeft het verhaal ook overeenkomsten met Perseus. In de Legenda Aurea uit de 13e eeuw wordt het verhaal voor het eerst in de huidige vorm beschreven. Hier speelt het zich af in Libië. Het verhaal gaat als volgt.
De stad werd door een draak getiranniseerd. Dagelijks verslond hij twee schapen, die hem geofferd werden, zodat hij zich rustig zou houden. Toen de laatste schapen op deze manier verdwenen waren, eiste de draak mensenoffers. Hierbij viel het lot ook op de dochter van de koning. In bruidskleren trad zij haar dood tegemoet. Maar Joris viel de draak met een lans aan en verwondde het gedrocht. Hij beloofde de koning en het volk dat hij het ondier zou doden als iedereen zich door hem zou laten dopen. Toen koning en volk akkoord gingen, doodde hij de draak en op die dag lieten 15.000 mensen zich dopen.
 


St. Joris en de draak, laat XV, Russisch Museum St.-Petersburg

 

Heiligen
Heiligen zijn personen die een speciale plek in de hemel hebben verdiend, omdat ze vrijwel vrij van zonden zijn. Door onder alle omstandigheden vast te blijven houden aan hun geloof ondergingen ze soms de marteldood. Heiligen en martelaren die in navolging van Christus voor het geloof hebben geleden en hun leven hebben gegeven, dienen de gelovige tot voorbeeld. Veel iconen zijn aan hen gewijd.
De Russische Kerk vereerde natuurlijk de al bestaande christelijke heiligen. In de eerste plaats betrof dat  de Moeder Gods. Daarna was de meest vereerde heilige de H. Nicolaas de Wonderdoener, de vierde-eeuwse bisschop van Myra, dezelfde als de westerse Sint Nicolaas. Hij gold als verlosser van rampspoed en onheil; en samen met de Moeder Gods was hij beschermheilige van Rusland.
De eerste echt Russische heiligen waren de prinsen Boris en Gleb, zonen van Vladimir (zie ook: http://www.cedargallery.nl/nlrusland_geschiedenis.htm , Vladimir van Kiev) en een Bulgaarse prinses (voor zijn huwelijk met de Byzantijnse prinses Anna had hij zeven vrouwen en talloze concubines gehad). Toen Vladimir stierf, werd zijn rijk volgens traditie verdeeld over zijn – twaalf - zoons. Er ontstond een onderlinge machtstrijd, die uiteindelijk leidde tot de moord op Boris en Gleb. Zij stelden zich lijdzaam op, deden niet mee aan de strijd. Ze werden door de Kerk beschouwd als de eerste Russische martelaren en vrijwel meteen heilig verklaard. Dit was het begin van een hele reeks van Russische martelaren, die in het westen vaak onbekend zijn gebleven.
Vladimir, die het land gekerstend had, werd zelf ook heilig verklaard. Dat gebeurde echter pas in dertiende eeuw, maar toen nam zijn verering wel grote vormen aan.
Er zouden in de loop der eeuwen nog veel Russische heiligen bij komen. Zoals monniken die kloosters hadden gesticht, zoals Sergius van Radonezj .
De kloostervader Sergius van Radonezj was een spiritueel leider en hervormer van het kloosterleven van het middeleeuwse Rusland. Samen met Serafim van Sarov is Sergius van Radonezj één van de meest vereerde heiligen van de Russisch-orthodoxe Kerk.
Ook soldaten die hun leven hebben gegeven voor Rusland en het christendom en daarbij extreme martelingen hebben ondergaan, zoals Theodorus Tyron en Theodorus Stratilates, worden als heiligen vereerd en hun ( vaak mythische) levensverhaal wordt op iconen afgebeeld om als voorbeeld te dienen.


Heilige Theodorus, eerste helft 17de eeuw
Staats Russisch Museum, St.-Petersburg


 

 

- wordt vervolgd -

- - - - - - - - - - - - - - - TOP - - - - - - - - - - - - - - -

 

Schilderkunst 1910 - 1925

Rusland, Arbeid, 1921
Nathan Altman (1889-1970)
Tretyakov Galerie, Moskou

Het schilderij is abstract, maar de titel verwijst naar de idealen van de nieuwe socialistische staat. Altman was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het constructivisme, een specifiek Russische kunststroming, die vlak voor de Revolutie van 1917 ontstond en zich kenmerkte door abstracte constructies van lijn, vlak en kleur.

 

Portret van Felix Dzerzhinsky, 1923
Yevgeny Katsman (1890-1976)
Tretyakov Galerie, Moskou

Dzerzhinsky was een Russisch revolutionair van Poolse afkomst en oprichter van de Tsjeka, een voorloper van de veiligheids- en inlichtingendienst KGB. Zijn bijnaam ‘IJzeren Feliks’ dankte hij aan het bloedige bewind van de Rode Terreur, dat hij uit naam van de Tsjeka leidde. Als symbool van de gehate Sovjetmacht werd in 1991 zijn kolossale bronzen standbeeld voor de Loebjanka, het hoofdkwartier van de KGB in Moskou, door een woedende volksmenigte neergehaald.

 

Portret van Kira Alexeyeva, 1919
Robert Falk (1886-1958)
Tretyakov Galerie, Moskou


In 1916 ontmoette Falk op de Krim  Kira Alexejeva (1891-1977), de dochter van de beroemde regisseur en theatertheoreticus Konstantin Stanislavski (1863-1938). Alexejeva  maakte net als Falk, deel uit van de nieuwe generatie avant-gardistische kunstenaars. Zij trouwden in 1920, maar na hun scheidding in 1922 vertrok ze met haar ouders en haar pasgeboren dochter naar Europa op theatertoernee. Later werd ze directeur van het   Stanislavski Museum, dat enkele jaren na de dood van haar vader in zijn oude appartement werd ingericht.

 

Kleur-vorm constructie in rood, 1922
Alexander Tyshler (1898-1980)
Tretyakov Galerie, Moskou

Tyshler liet zich in deze compositie beïnvloeden door het constructivisme. Zijn ‘kleur-vorm constructies’ beschouwde hij als ‘kleurdynamische spanningen in de ruimte’. Zij vormen complexe composities, waarbij levendige lijnen tegen een achtergrond van verzadigde kleurvlakken zijn geplaatst.

 

Naakt, Krim, 1916
Robert Falk (1886-1958)
Tretyakov Galerie, Moskou

Beïnvloed door het primitivisme, waarbij exotische kunst van ‘primitieve’ beschavingen vele westerse kunstenaars inspireerde, keken Russische kunstenaars naar hun eigen ‘exotische’ gebieden. De Krim, een kruispunt van culturen, vormde het decor van Falks primitivistische werk.

 

Portret van Midkhad Refatov, 1915
Robert Falk (1886-1958)
Tretyakov Galerie, Moskou

 

Dit ingetogen kubistische portret toont de Krim_tartaarse schrijver, journalist en politiek  activist Midkhad Refatov (Ahmet Mamut-oglu, 1893-1920).
Toen de door hem opgerichte ondergrondse communistische beweging op de Krim werd ontdekt, werd hij door het Witte Leger geëxecuteerd. Falks zachte, droge kleurgebruik en zijn aan Cézanne ontleende stijl werden beschouwd als uitdrukking van de typisch joodse melancholie.

 

Vrouw in Rode Jurk, 1918
Robert Falk (1886-1958)
Tretyakov Galerie, Moskou


Dit portret van een onbekende vrouw, dat geïnspireerd is op Paul Cézanne en op Franse moderne schilderstijlen als het kubisme en het fauvisme, is een typisch voorbeeld van de kunstenaarsgroep Ruiten Boer. In 1910 richtte Falk deze groep mede op.  
Het vernieuwende en uitdagende karakter van Ruiten Boer is uitgedrukt in de naam: ‘ruiten’  werd in Rusland geassocieerd met het gevangenisuniform, de boer was een symbool voor de kunst.

 

Zelfportret, 1912
Nathan Altman (1889-1970)
Tretyakov Galerie, Moskou

Tijdens zijn studietijd in Parijs kwam Altman in aanraking met het kubistische werk van  Pablo Picasso and Georges Braque. In dit zelfportret combineerde hij het kubisme met Oudegyptische beeldhouwstijl, waarbij hij zijn joodse trekken accentueerde. Op deze wijze veranderde het portret in een manifest van joods zelfbewustzijn en modernisme.

 

 

- - - - - - - - - - - - - - - TOP - - - - - - - - - - - - - - -

 

LITERATUUR


Anna Achmatova (1889-1966)

Achmatova groeide van haar eerste tot haar zestiende jaar op in Tsarskoje Selo (Tsarendorp) nabij Sint Petersburg waar ze het gymnasium bezocht. 's Zomers logeerde ze vaak op de Krim bij Sebastopol.
In 1905 scheidden haar ouders. Ze woonde een jaar in Jevpatorija ook in het Zuiden, daarna in Kiev waar ze haar gymnasiumopleiding afrondde. Achmatova studeerde eerst rechten. Later stapte ze over naar de studie taal- en letterkunde.
Met Sergej Gorodetski, de dichter Osip Mandelstam en haar man Nikolaj Stepanovitsj Goemiljov behoorde ze tot een literaire groep die zich Acmeïsten noemden naar het Griekse woord 'akmé', top, hoogtepunt. Deze stroming streefde naar helderheid en verzette zich tegen de symbolisten, met hun hang naar mystiek, gecompliceerde meerduidigheid en occultisme. In plaats van metaforen voor het ‘hogere’ te gebruiken verwezen ze liever naar aardse dingen.
De belangrijkste thema's van haar werk zijn de liefde en het dichterschap. Haar werk wordt bovendien gekenmerkt door melancholie en teleurstelling, bijvoorbeeld over de tragedie die de revolutie van 1917 in haar land heeft veroorzaakt.
Tussen 1935 en 1940 schreef Achmatova Requiem een reeks van twaalf gedichten over haar zoon Lev die in die tijd in een concentratiekamp verbleef. Dat werk kon pas in 1961 in zijn geheel gepubliceerd worden.

Andrej Beli (1880-1934) Andrej Beli werd geboren in Moskou, maar beleefde het hoogtepunt van zijn carrière met het symbolistische meesterwerk Petersburg (1913), een chaotische profetische roman die wordt vergeleken met het werk van de Ier James Joyce.
Alexander Blok (1880-1921) Alexander Blok, middelpunt in de 'zilveren eeuw' van de Russische poëzie, ontwikkelde complexe poëtische symbolen. In zijn omstreden werk De Twaalf vergelijkt hij de bolsjewieken met de apostelen.
Daniil Charms (1905-1942) Charms schreef vreemde en originele Russische literatuur, welke door Stalin werd verboden. De absurdistische schrijver stierf de hongerdood tijdens de bezetting van de stad in de Tweede Wereldoorlog.
Fjodor Dostojevski (1821-1881) Dostojevski is de schrijver van wereldberoemde literaire werken als Schuld en Boete (1866).
Hij woonde voor een groot deel van zijn leven in St-Petersburg. Hier werd hij in 1849 slachtoffer van een nepexecutie vanwege 'revolutionaire activiteiten', een trauma dat van grote invloed was op zijn latere werk.
Nikolai Gogol (1809-1852) Hoewel hij werd geboren in Oekraïne, speelt een groot deel van zijn werk, zoals De neus (1835) en De mantel (1842, zich af in St-Petersburg.


Ivan Aleksandrovitsj Gontsjarov (1812-1891)

 

Gontsjarov was de eerste Russische schrijver die oog had voor de positie van de knecht. Vóór Gontsjarov was de knecht een zwijgende aanwezige in de Russische literatuur. Gontsjarov toonde de knecht met al zijn nukken en grillen. Hij was echter geen sociaal bewogen schrijver die voor de bevrijding van de arbeider pleitte.
In 1847 verscheen Gontsjarovs eerste roman Een alledaagse geschiedenis (Obyknovennaja istoria) in het tijdschrift Sovremennik (‘Tijdgenoot’). Het werd goed ontvangen. Literatuurcriticus Belinski roemde de natuurlijkheid van Gontsjarovs taal.
Over zijn reis naar Japan schreef hij Het fregat Pallas, door letterkundige Karel van het Reve een ‘meesterlijk reisboek’ genoemd.
Verreweg het bekendste werk van Gontsjarov is Oblomov. Oblomov wordt gerekend tot de klassieke realistische romans uit de gouden periode van de negentiende-eeuwse Russische literatuur. Het boek werd direct na verschijnen een succes. De Russische minister van Onderwijs schreef over deze roman: "De held is een van die door de natuur rijkelijk bedeelde, maar zorgeloze en luie naturen, die hun leven doorbrengen zonder nut voor anderen en die er niet in slagen hun eigen geluk te grijpen. De kwaliteiten van het boek liggen in de artistieke uitvoering en de uitdieping van de details, waardoor het werk van de heer Gontsjarov zich onderscheidt."


Michail Joerjevitsj Lermontov (1814-1841)

 

Lermontov wordt in Rusland algemeen beschouwd als de tweede grote schrijver, die alleen Aleksandr Poesjkin voor zich moet dulden.
Omdat zijn moeder stierf toen Lermontov drie was, werd hij opgevoed door zijn grootmoeder. Hij was vaak ziek en verbleef daarom regelmatig in kuuroorden in de Kaukasus. In 1827 verhuisde Lermontov met zijn grootmoeder naar Moskou, waar hij gedichten begon te schrijven. Uit deze tijd stamt zijn bekende werk Gevangene van de Kaukasus (1828), waarvan de stijl sterk beïnvloed is door het werk van de Engelse schrijver Lord Byron.
In 1828 ging Lermontov naar de universiteit in Moskou, waar hij in contact kwam met onder andere Alexander Herzen. Lermontovs werk in deze periode getuigt van zijn afkeer van de onderdrukking van het Russische volk door de tsaren. Hierdoor komt hij regelmatig in conflict met de autoriteiten.
In 1837 schreef Lermontov in reactie op de dood van Poesjkin het gedicht Dood van een dichter. Dit gedicht viel niet goed bij tsaar Nicolaas I, die hem verbande naar de Kaukasus. Geïnspireerd door zijn ervaringen, schreef Lermontov zijn meesterwerk, de roman Een held van onze tijd (1840), in Nederland verschenen als onderdeel van de Russische Bibliotheek.
Teruggekeerd in St.-Petersburg schreef hij het beroemde epische gedicht Demon, dat de inspiratie vormde voor een serie schilderijen van de bekende schilder Michail Vroebel.


Demon, Vroebel

Vladimir Nabokov (1899-1977) Vladimir Nabokov is het bekendst geworden met Lolita. Hij werd geboren in St-Petersburg en werd drietalig opgevoed: Russisch, Engels en Frans. Zijn familie verhuisde in 1918 naar Europa en Nabokov schreef veel van zijn romans in het Engels.

Alexander Poesjkin (1799-1837)

Poesjkin wordt algemeen beschouwd als de grootste Russische dichter, en tevens als één van de grootste dichters uit de wereldliteratuur. Samen met andere grote Russische schrijvers, zoals Lermontov, Gogol, Toergenjev, Tjoettsjev, Dostojevski, Tolstoj en Tsjechov behoort Poesjkin tot de zogenoemde gouden eeuw van de Russische literatuur.
In zijn kinderjaren werd Poesjkin bijna volledig in het Frans opgevoed. Doordat hij over een fenomenaal geheugen beschikte, kende hij op zijn elfde praktisch de complete toenmalige Franse literatuur uit zijn hoofd. Door zijn kindermeisje raakte hij eveneens vertrouwd met de Russische taal, sprookjes en volksverhalen.
In 1811 begon Poesjkin zijn studies aan het door de tsaar opgerichte Tsarskoje Selo-lyceum, nabij Sint-Petersburg. Zijn uitzonderlijke talent als dichter werd er zeer vlug opgemerkt.
In het tsaristische Rusland was de censuur streng. Poesjkin’s doen en laten werd nauwlettend gevolgd en een gedicht zoals Ode aan de vrijheid (1818) en talrijke epigrammen circuleerden in vrijheidsgezinde en anti-tsaristische kringen. In 1820 werd Poesjkin verbannen uit Sint-Petersburg.

Tijdens zijn ballingschap op het platteland schreef Poesjkin een groot deel van zijn meesterwerk, hét gedicht van de Russische literatuur, Jevgeni Onegin. In 1826 hief tsaar Nicolaas I onder strikte voorwaarden zijn verbanning op.
Aleksandr Poesjkin keerde terug naar Sint-Petersburg. Een duel maakte een eind aan zijn leven.

 


Ivan Sergejevitsj Toergenjev (1818-1883)


Toergenjev, geschilderd door Ilya Repin in 1874

Toergenjev is een Russisch dichter en prozaschrijver. Hij ontvluchtte zijn rijke en dominante moeder door te gaan studeren in St. Petersburg en Berlijn. Zijn (onbeantwoorde) liefde voor een Frans-Spaanse zangeres voerde hem naar Parijs waar hij tussen 1847 en 1850 en vanaf 1861 tot zijn dood woonde en bevriend raakte met onder meer Flaubert. Geen wonder dat hij zich ontwikkelde tot de meest Europese van alle Russische schrijvers. Anders dan zijn leeftijdgenoot Dostojevski achtte Toergenjev revolutie, nationalisme of religieuze mystiek geen voorwaarde voor de noodzakelijke modernisering van Rusland; alleen maatschappelijke hervormingen konden het land verwestersen. Met Jagersverhalen (1847-1851, een serie schetsen over de wijsheid van de gewone man) schreef hij een pleidooi voor het afschaffen van de horigheid; met de maatschappijkritische romans Roedin (1856) en Vaders en zonen (1862, over een nihilist die zichzelf te gronde richt) haalde hij zich de woede op de hals van zowel conservatieven als radicalen. Niettemin was Toergenjevs belangrijkste onderwerp de gefnuikte liefde en vooral die van een warmbloedige, gebonden vrouw voor een man die zich eigenlijk niet kan binden. Lees bijvoorbeeld zijn perfecte novelle Lentebeken (1872), die zich deels afspeelt in een Konditorei in Frankfurt am Main, of de roman Het adelsnest (1859), waarin de liefde tussen een edelman en een provinciemeisje wordt gedwarsboomd door het onverwachte opduiken van zijn doodgewaande echtgenote.

   

 

- - - - - - - - - - - - - - - TOP - - - - - - - - - - - - - - -