Monet's
studio-boat 1874, Claude Monet
a - b -
c - d
Waterval 1961 M.C. Escher
Water stroomt hier niet
en wel.
Gerimpeld klimt het opwaarts,
versplinterd stort het neer terwijl
de loop de zwaartekracht vernachelt,
het rad de roerloosheid verdraait.
Spiegelen en glanzen doet het
niet. Geen golf verdwijnt, geen
drup verdampt. Ondanks verval
verglijdt geen fractie tijd. Intussen
blijft het klotsen, kabbelen en ruisen
in je verbeelding. En net zo echt
is dat geklater als het water diep -
Inge
Boulonois
1961 M.C. Escher
Bij een abstracte
compositie met rood, blauw en geel
Piet Mondriaan
Geen mens nee zelfs geen boom
te zien, het groen voorbij, de wereld
weg gekeken, glad getrokken,
geschikt met een gesnoeid palet.
Windstil linnen, elk
geruis gestold
in verf, de hang verradend naar dat
diepste evenwicht, de sluimerende
maat van alle dingen. De grote lijnen
trok hij zijwaarts en
omhoog,
als volstrekte armen van een boom.
Ňf die van ons, na alsmaar rekken
reiken naar elkaar en hemelwaarts –
Inge
Boulonois
Steenvrouw
Bij ‘RECLINING
FIGURE’
(1938) van Henry Moore
Dat ligt daar maar. Zo goed
als geen mond tekent haar minieme hoofd.
Een intieme holte heeft ze niet: de schoot
is een gat, groot als van De Saint Phalle,
tussen dubbeldikke stootwillen van armen
voor wie haar met een schreeuw verlaat.
Veel ronder is ze dan een mens van ribben,
dan ruggengraat. Geen spier, geen duimbreed
spitsheid heeft de beeldhouwer uit steen
voor haar bevrijd. Maar gebeiteld is ze minder
veeg dan vlees en niet in het minst behept
met een verlangen naar hoe ze zelf wou zijn -
Inge
Boulonois
LANDSCHAP MET KERK EN DORP 1665-1670
Jacob van Ruisdael
Starend naar Van Ruisdael
zie ik billboards noch mobielmasten
het platte land bestaan, geen files
van flats of lasso’s van x-baanswegen
stikvol blik met hete adem
van en naar industriegebieden gaan.
De horizon ligt languit,
zonlicht struint door puur
en hoog oud-Hollands blauw,
oranje daken zwermen om een kerkje.
En tussen schoven hooi,
te tellen schapen zonder gele oorlellen
picknickt een gezin in lang groen gras.
In kloppend perspectief:
piepklein hun ik –
Inge
Boulonois
DE STIER
1647
Paulus Potter
Laaglandse glorie. De bonte bul
gaapt ons knap sullig aan.
Loom plakt een ploegje vliegen
rond zijn kamerbrede tors.
Het andere vee soest vredig in de luwte
van de wilg. Boer en koeienvlaai
vervolmaken het tableau.
Arcadië. Maar de leeuwerik
tuint er niet in. Wil weg.
Zo rap als dat in verf kan
klapwiekt hij de Gouden Eeuw uit –
© Inge Boulonois
e - f - g - h
Désiré (fragment)
een boot
om te schrijven
te wonen
zo'n boot zou ik willen
en dan drijven naar de kust
met alle winden mee
met Désiré van wie ik hou
zo graag met Désiré
na elke letter
die ik schrijf
warm ik mijn handen aan haar lijf
na elk woord een zachte kus
na elke regel vijf
en aan het einde van de dag
wacht de avond
wacht de nacht
de zon zakt
langs onzichtbaar touw
de lucht is wazig rood en blauw
en ik staar in vuur en vlam
vanaf mijn boot
naar Désiré
die ik naast mij zie
en in het rimpelend water ook
Mijn hand aait
zacht
haar spiegelhaar
haar wang, haar mond
haar oor
.....................................
.....................................
ik schilder
haar in woorden
ik schrijf haar roze en blauw
in al mijn dromen waart ze rond
ik zie haar
tot het eerste ochtendlicht
de nacht verjaagt
de droom vervaagt
de boot nog stevig aan het touw
en Désiré
een fantasie
ik leg je vast
met inkt en verf
ik wacht
ik wacht op jou
Hans Hagen
Lees het complete gedicht in 'Ik schilder je in woorden',
Amsterdam 2001
Composition 10 in black and white 1915, Piet Mondriaan
zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van de
hemel veeg
er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op
Willem Hussem
i -
j - k - l
Pier en
oceaan
Haaks
op oneindig: tegenstrijdig
niet te stillen evenwicht: staketsel
dat verweerd tegen beweging
stokt:
sereen
in zee: een pier
een interval, hoe zilt van lijn
een kathedraal: een fuga
die haar ruimte klaart
in een besterd heelal
van een ovaal
Roland
Jooris
Bron: 'Gekras', Amsterdam 2001
Eva, zandsteen, twaalfde eeuw
Voor de steenhouwer was zij de eerste vrouw
op aarde - alsof je iets ziet van zijn deemoed
in de vrouw die hij schiep, zo trots is ze
haar ogen kijken langs ons weg, terug naar
wat achter haar ligt, al een mensheid ver
ze lijkt te denken aan hoe het begon, hoe ze
met Adam het paradijs verliet en ze samen
de eerste mensen moesten zijn
haar huid, haar mond waren nog glad en zacht
ze was geschapen om te worden bemind
en om kinderen te koesteren
maar de zon, de regen, de wind waarin ze leefde
hebben haar verweerd en de materie blootgelegd
waarin ze werd gemaakt - de steen
de steen die er al was, een eeuwigheid
voordat ze zelf bestond
het geeft haar gezicht iets zeer nadenkends
een niet te peilen afstand
Rutger Kopland
uit: Wat water achterliet,
van Oorschot 2004
Het woordje kunst
Eerst dacht ik bij het woordje kunst alleen aan schilderijen,
die stilletjes gevangen zijn in lijsten aan de wand.
Ik vond dat zielig en ik wou een schilderij bevrij'en,
maar ach, ik mocht het zelfs niet eens beroeren met mijn hand.
Toen dacht ik bij het woordje kunst ook eens aan beeldhouwwerken,
die doodstil staan gevangen op een sokkel in de grond.
Ik heb een beeld gestreeld, maar of een steen een aai kan merken?
Ik weet niet eens of 't standbeeld zélf wel wist dat het bestond!
Nu denk ik bij het woordje kunst aan thuis en aan verhalen,
die opgeslagen liggen in een dichtgeslagen boek.
Ik kan er met mijn vinger en mijn ogen in verdwalen
en vind er soms een streling in als ik een streling zoek.
Ted van Lieshout
uit: Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen, (Leopold); 1987
m - n - o - p - q
Aubrey Beardsley
Leef niet als bomen leven die haar stille
Groeikracht in takken om zich heen verbreden,
Leef steil omhoog zoals de stammen deden,
Tot wij als speren in den hemel trillen.
Want de natuur is niet den mens ter wille:
Slechts langs den weg van haar gestrenge zede
Staat zij ons toe de velden te betreden
Waar sterren bloesemen als asfodillen.
't Rinkelt aan 't raam, en in het maanlicht buiten
Ritselen spitse muilen door het gras.
Tussen de bomen klinkt muziek van fluiten.
En 'k zie mijn schaduw, steeds teruggejaagd,
Een nimf vervolgen, die een kaarsje draagt
Waaraan een baard hangt van verdropen was.
M. Nijhoff
Uit: Vormen Signaturen (Agathon), 1980
r - s - t - u - v
het papier is wit
dan is er een kleine lijn
het is beslist
J.C. van Schagen
'er is geschreven...' Beijing 2006 © wagenvoorde
het penseel zet aan
het trekt zijn teken - het laat los
er is geschreven
J.C. van Schagen
w -
x - y - z
De Jagers in de Sneeuw
Het is een volop winters tafereel
met ijs bedekte bergen
op de achtergrond de terugkeer
van de jacht het loopt tegen de avond
van links leiden
geharde jagers hun meute
binnen het uithangbord
van de herberg dat aan een kapotte
beugel hangt is een hert een kruis
tussen zijn gewei het koude
erf van de herberg is
leeg op een groot houtvuur na
dat in de wind opvlamt onderhouden
door vrouwen die zich eromheen
scharen rechts onderaan
de heuvel een patroon van schaatsers
Bruegel de schilder
die zich met dit alles bezighield koos
een door de winter geteisterde struik
als voorgrond om
zijn schilderij te completeren
William Carlos Williams
(uit: Even dit, uitg. Meulenhoff 2006)
De Parabel van de Blinden
Dit gruwelijke maar grootse schilderij
de parabel van de blinden
zonder rood
in de compositie toont een groepje
bedelaars die elkaar
diagonaal neerwaarts leiden
dwars over het doek
vanaf de ene kant
om ten slotte in een zomp te tuimelen
waar het stopt het
schilderij en de compositie waar
niemand te bekennen is
die het ziet het ongeschoren
voorkomen van de ge-
brekkigen met hun schamele
armzalige bezittingen te zien
zijn een wasbekken een boerenschuur
en een scheve torenspits
hun gezicht is geheven
als naar het licht
de compositie kent
geen irrelevant detail de ene
volgt de anderen aan een stok in
de hand in triomf naar het onheil.
William Carlos Williams
(uit: Even dit, uitg. Meulenhoff 2006)
Terug
naar DICHTERS ^
- - - - -
Eén van de vaste rubrieken op Cedar Gallery is GEDICHTEN.
Dit onderdeel biedt zowel een podium voor aankomend talent, als voor
dichters die reeds naam hebben gemaakt.
We nodigen vooral nieuwe en nog onbekende dichters uit om bijdragen in
te zenden, die passen bij het thema Kunst.
U kunt uw bijdragen opsturen naar:
cedars@live.nl
Gedichten over andere thema's vindt u
HIER.
Vertaalde gedichten van Russische dichters staan bij de rubriek
Rusland.
Verder is er een aparte rubriek
haiku, tanka en senryū (Japan).
Cedar Gallery is een non-profit site. De gedichten worden enkel
gepubliceerd voor educatieve doeleinden, om mensen te informeren of te
vermaken en met goede bedoelingen.
Het copyright op de afzonderlijke gedichten berust uiteraard bij de
desbetreffende dichter en/of hun rechtsopvolgers. Hetzelfde geldt voor
vertaalde gedichten/vertalers. Veel van ons materiaal krijgen we via de
mail aangeleverd. We kunnen de rechthebbenden dan ook niet altijd
achterhalen.
Als iets niet conform de regels voor copyright gebeurt, stuur ons dan
een bericht, zodat we het gedicht waarop dit betrekking heeft, zo
spoedig mogelijk kunnen verwijderen. We garanderen dit binnen 100 uur te
doen (afwezigheid vanwege vakantie of ziekte buiten beschouwing
gelaten).
Cedar Gallery behoudt zich het recht voor na te gaan of de persoon die
bezwaar aantekent daartoe gerechtigd is.
|